Pesterij of noodzakelijke maatregel, iedereen denkt er anders over. De cultuurbesparingen hebben al verschillende reacties uitgelokt bij de sector, maar ook bij economen zoals Paul De Grauwe, die doceert aan de London School of Economics. “Het verwijt ‘cultuurbarbaar’ is al meerdere keren op mij afgevuurd.”
Theater, muziek, dans, musea, gebouwen… Het zijn allemaal onderdelen van de nationale cultuur. Natuurlijk is niet iedereen een cultuurliefhebber. Het is niet alleen cultuur dat belangrijk is voor de maatschappij, dus moeten er keuzes gemaakt worden. De regering heeft gekozen en voert besparingen in voor de cultuursector, maar dat schiet bij de sector in het verkeerde keelgat.
Subsidiekraan
De cultuursector heeft altijd al onder druk gestaan. Die druk leidt tot besparingen. “Het heeft te maken met de natuur van de sector”, constateert Paul De Grauwe, professor aan de London School of Economics and Political Science. “ Besparingen hebben alles te maken met de spanningen tussen overheids- en privéfinanciën. Daar moet een evenwicht tussen zijn, dus keuzes maken is een vereiste. Het geld moet ergens vandaan komen en op zo’n moment gaat de overheid kijken in welke sector het zogenaamde terugverdieneffect het kleinst is. De overheid wil geld terugkrijgen uit de subsidies die ze geven. Als het terugverdieneffect niet groot genoeg is, wordt de subsidiekraan dichtgedraaid.” Dat is die grote druk waar de sector al lang onder staat.
“Wiskunde is belangrijk, creativiteit ook”
De besparingen blijven niet zonder gevolgen. Vooral in het kunstonderwijs zitten ze met de handen in het haar. Niet alleen kunnen zij geen nieuw materiaal meer aankopen, ze krijgen ook nog eens een nieuw decreet waarin ze van plan zijn kunstvakken te schrappen. “De leerkrachten vinden het enorm jammer dat vele kunstvakken geschrapt worden. We voelden de bui al langer hangen, maar het is toch pijnlijk”, vertelt Soetkin Verwilt, leerkracht woord op het Maris Stella Instituut in Malle. Ook haar job in de richting Woordkunst-drama hangt aan een zijden draadje. Er is namelijk geen geld meer om de kunstvakken nog bij het lessenpakket te nemen. De directeur wil geen risico’s nemen en besluit daarom de volledige richting te schrappen. Er is lang gediscussieerd en de beslissing is genomen. Het doek valt over Woordkunst-drama aan Maris Stella Instituut in Malle.
“Dit vind ik enorm jammer”, meent De Grauwe. “Creativiteit is iets dat je op school moet stimuleren. De bedoeling van het kunstonderwijs is dat het kinderen en jongeren prikkelt met de zin om creatief te zijn. Het is een ontwikkeling die zeer belangrijk is. Wiskunde is belangrijk, creativiteit ook.”
Werkveld
Na het onderwijs kom je in de echte wereld terecht. Je begint als jonge kunstenaar en je zoekt naar wat jij kan betekenen voor de maatschappij. Je gaat experimenteren met wat je leuk vindt. Dat is mogelijk door de subsidies die je kan krijgen om een eigen project te starten. Daarna kom je vanzelf op je pootjes terecht op het werkveld.
Door de besparingen is het niet meer zo eenvoudig. De procedure om subsidies te kunnen ontvangen is complexer geworden en het bedrag dat je ontvangt is sterk verminderd. Daardoor moeten de middelen om te experimenteren van een andere bron komen. Dat maakt de job zeer onzeker. “Ik durf mijn leerlingen niet meer te adviseren om naar het Conservatorium te gaan omdat ik vrees voor hun toekomst”, verklapt Verwilt.
Ook De Grauwe deelt die zorgen. “De cultuursector is iets waarin je moet groeien. Je moet ervaring kunnen opdoen en af en toe een keer kunnen falen. Anders leer je niets”. Dat is volgens De Grauwe dan ook een sterk argument om de sector toch te subsidiëren.
Schieten op politici
De moeilijke discussie rond subsidies loopt door en er vallen harde woorden. “De term cultuurbarbaar is al meerdere keren op mij afgevuurd”, weet De Grauwe te vertellen. “Ik vind het zeer jammer dat het zo moet lopen. Je gaat zeker niemand meekrijgen als je op een barbaarse manier allerlei termen zoals cultuurbarbaar blijft gooien.”
Tegelijkertijd is Verwilt opgelucht dat er reactie komt. “Politici zetten de minderwaardigheid van cultuur sterk in de verf en daar wordt nu heel fel op gereageerd. Ik vind het zeer mooi dat mensen hun stem laten horen.”
De Grauwe blijft ondanks de vele kritiek toch bij zijn standpunt. “Je kan schieten op politici zoveel je wil, maar de sector heeft nu eenmaal geen goddelijk recht op subsidies. Er worden aan verschillende sectoren subsidies gegeven en ook weer afgenomen. Niemand heeft het recht om meer subsidies te vragen als er geen goede argumenten voor zijn.”
Actie
Hoe je het ook draait of keert, er moet een oplossing komen. Volgens De Grauwe is er één belangrijke taak voor de sector. “De cultuursector moet de belastingbetaler overtuigen om te betalen voor cultuur en ze moeten naar buiten komen met hun werk.” Hij is ervan overtuigd dat indien dat lukt, er misschien wel subsidies kunnen worden toegekend afhankelijk van het aantal verkochte tickets. “Mensen hebben geen idee waar je mee bezig bent als je er niet mee naar buiten komt. Betalend publiek is wat deze sector nodig heeft”, verzekert De Grauwe.
“Ik weet dat het erg lastig is”, geeft De Grauwe toe. Maar hij is ervan overtuigd dat de sector dit zal aankunnen, maar dan moeten ze nu in actie komen. “Het lot van de sector ligt in de handen van de sector zelf.”
Door Yente Van der Sande