Mensen in armoede vinden dikwijls geen aansluiting met de maatschappij. Het thema van de Werelddag van het Verzet tegen Armoede is dit jaar daarom het recht op maatschappelijke participatie. “Vandaag krijgen deze mensen een stem.” zegt Heidi Degerickx, algemeen coördinator van Netwerk tegen Armoede.
Even vooraf: vanwaar komt de Werelddag van het Veret tegen Armoede?
Op 17 oktober 1987 kwamen 100.000 mensen samen in Parijs. Dit om het 30-jarig bestaan van ATD Vierde Wereld te vieren. Deze organisatie strijdt samen met mensen in armoede voor een wereld zonder armoede en sociale uitsluiting. Op die dag onthulde oprichter Joseph Wrensinski de eerste gedenksteen voor slachtoffers van armoede op het Trocadéroplein.
In 1992 werd 17 oktober door de Verenigde Naties erkend als Werelddag van Verzet tegen Extreme Amoede.
De dag staat in het teken van mensen die leven in armoede. Zodat ook zij worden gehoord. Sindsdien staat op die dag de zoektocht naar oplossingen voor armoede centraal.
Meer aandacht, weinig vooruitgang
De cijfers rond armoede in Vlaanderen schommelen al 20 jaar tussen de 8 en 10 procent, in België liggen ze rond 15 procent.
Het feit dat de cijfers al zo lang ongeveer hetzelfde zijn wijst op een structureel probleem, vertelt Degerickx. “Armoede is zeer divers en manifesteert zich op verschillende manieren. Na zo veel jaar is er nog te weinig aandacht voor dit probleem.
De enige shift die we merken, zit hem in de verjonging van armoede. Kinderarmoede komt nu meer voor dan vroeger. De oorzaak hiervan zit hem in de pensioenen, die liggen namelijk boven de armoedegrens. Aan de andere kant zijn werkloosheid- en ziekte-uitkeringen nog altijd niet voldoende. Daardoor treft armoede meer jonge mensen.”
“Het is dus wel echt nodig om hier aandacht aan te schenken. Er wordt niet genoeg geluisterd naar deze mensen, een dag als deze zorgt ervoor dat ze een podium krijgen en gehoord worden.”
Danny Jacobs, coördinator van STA-AN vzw Antwerpen, heeft het over verkeerde belangstelling. “Er is meer aandacht dan vroeger, wat goed is. Maar niet op de juiste manier.
Er zijn veel programma’s over mensen in armoede. Daarin richten de programmamakers zich meestal op sensatie en op hoe erg de situatie is. Ze gaan meestal te werk vanuit de slachtofferrol van de persoon in armoede. Dit is jammer want er zit een heel mooie kracht in deze mensen.” Een programma als Durf te vragen op één, waar mensen in armoede zelf op vragen van de kijkers antwoorden en vooroordelen kunnen ontkrachten, geeft dan wel weer een goed inzicht in het leven in armoede.
Ervaringsdeskundigen worden niet gehoord
Volgens het Netwerk tegen Armoede heerst nog te vaak het idee dat mensen in armoede ‘moeten aannemen wat ze kunnen krijgen’. Beslissingen rond armoede worden nog altijd genomen door mensen die er te ver vanaf staan. Maar het is juist zeer belangrijk dat mensen zelf kunnen kiezen hoe ze hun eigen tijd invullen. Zo kunnen ze evolueren naar volwaardige maatschappelijke participatie.
Hiermee bedoelen de organisaties rond armoede dat deze mensen evengoed als anderen het recht hebben om deel te nemen aan het leven. Volgens Jacobs wordt de intrinsieke kracht van deze mensen te weinig belicht. “Het thema maatschappelijke participatie is belangrijk, omdat we zo kunnen aantonen dat mensen in armoede meer zijn dan enkel de armoede. Ervaringsdeskundigen worden te vaak genegeerd, terwijl zij de enigen zijn die weten waarover het gaat. Mensen in armoede willen zich engageren, hun ervaringen delen en hun kracht etaleren.. Met het thema van dit jaar hopen we hier verandering in te brengen en zo eindelijk tot oplossingen te komen voor het armoedeprobleem.”
Netwerk tegen armoede organiseert op zondag 17 oktober tal van activiteiten. Meer info op www.17oktober.be