Steeds meer 80-plusser s blijven alleen wonen. In 2050 zal 1 op de 4 alleen wonenden minstens 80 jaar zijn volgens vooruitzichten die De Tijd opvroeg bij het Federale Planbureau. “De confrontatie met zichzelf maakt het vaak moeilijk”, zegt Marijn Loosen van seniorenvereniging Okra.
Een groeiende leeftijdsgroep
Volgens de vooruitzichten van het Federale Planbureau waren er in 2022 160 000 alleenwonenden die ouder zijn dan 80 jaar. Binnen ongeveer 30 jaar verdubbelt het aantal alleenwonenden die boven de 80 jaar oud zijn. Vanaf die leeftijd hebben ouderen veel ondersteuning nodig. Hierdoor zal de ondersteunende zorg, zoals thuiszorg, het zwaar krijgen. De bedoeling is dat de minst zorgbehoevende ouderen uit de rusthuizen verdwijnen. Dat is momenteel zo’n 15 procent van de bewoners in woonzorgcentra. Alleen bejaarden die complexere hulp nodig hebben, zullen dan nog mogen verblijven in woonzorgcentra. Maar er is extra ondersteuning nodig om de mensen die thuis blijven te kunnen verzorgen. Door de vergrijzing zouden er 7000 extra kamers voor 2030 in Vlaamse-woonzorgcentra nodig zijn.
Oud en vertrouwd
Eén van de grootste redenen waarom 80-plussers thuis blijven wonen is dat ze hun vertrouwde omgeving niet willen verlaten. Ook de 85-jarige Willy Buvens sluit zich hierbij aan: “Ik zou nooit mijn eigen thuis omruilen voor een klein kamertje in een rusthuis. Daar kan ik niet zomaar naar buiten wandelen wanneer ik dat wil. Verschrikkelijk zou dat zijn.”
Cohousing
Bejaarden hebben hun hele leven doorgebracht in hun huis en willen dit niet zomaar opgeven. Het probleem is dat hun woning vaak niet aangepast is aan hun ouderdom en beperkingen. Hierdoor lopen bejaarden meer risico op gezondheidsproblemen waardoor er vaker ondersteuning nodig is. Een mogelijke oplossing voor dit probleem zijn “cohousing projecten”. Maar het aantal van zulke projecten blijft vooralsnog laag.
Cohousing projecten zijn woningen die aangepast zijn voor ouderen. Daar wonen ze samen en delen ze gezamenlijke ruimtes. Ze koken samen, doen samen activiteiten en slapen in aparte kamers. Af en toe komt er dan nog een arts, verpleging of begeleider langs om hen te helpen waar nodig.
Effect van de media
Ook de media hebben invloed op de keuze voor een rusthuis. Door negatieve nieuwsberichten over woonzorgcentra twijfelen mensen vaker om naar een rusthuis te verhuizen. De voorbije jaren hebben woonzorgcentra een slechte naam gekregen door diefstallen door medewerkers, verspreiding van virussen en slechte zorg. Uit een enquête van Het Nieuwsblad blijkt dat amper 5% van de Vlamingen zijn oude dag zou willen spenderen in een rusthuis. Dit zijn allemaal dingen waarover bejaarden en hun familie zich zorgen maken. Ook Willy Buvens houdt hier rekening mee: “Ik vind het moeilijk om de rest van mijn leven en mijn vrijheid toe te vertrouwen aan een soort instelling.” Volgens een enquête van Zorg Magazine is vooral na de pandemie het gevoel van veiligheid in rusthuizen verzwakt. Er zijn toen veel ouderen ziek geworden of overleden. Vaak versterken zulke negatieve nieuwsberichten de twijfels die er al eerder waren.
Ondersteunende hulp
Volgens Marijn Loosen van Okra is het ook moeilijk voor ouderen om toe te geven dat ze ondersteuning nodig hebben. Zo verliezen ze hun autonomie. “Vanaf dan hang je volledig af van anderen. ” Ondersteunen de zorginstanties trekken aan de alarmbel. Als er steeds meer mensen langer thuis gaan wonen, dan zal er ook steeds meer vraag zijn naar mantelzorg, thuisverpleging en gezinszorg. Vlaanderen moet meer middelen aanbieden om de groei van 80-plussers op te vangen. Als dit niet op tijd gebeurt , zal de druk up ondersteunende zorginstanties te hoog worden. Zo zal de kwaliteit van de zorg en het wonen voor 80-plussers erop achteruitgaan.