Voormalig minister van justitie Vincent Van Quickenborne heeft een voorstel gedaan om de advocatenstudie te moderniseren. Deze hervorming is slecht ontvangen door de VVS. Het zou de toegang tot de studie beperken en enkel nog toegankelijk maken voor studenten die de dure kosten kunnen betalen. De studenten zouden eerst een verplichte opleiding van een half jaar moeten volgen voor ze aan hun stage kunnen beginnen. De vereniging roept op tot overleg.
Kan je kort vertellen wat jullie standpunt is tegenover de hervorming?
“Wij zijn het absoluut niet eens met de hervormingen die worden voorgesteld. We zijn niet tegen de modernisering van de advocatenstudie. Integendeel zelfs, maar we willen wel inspraak hebben als het over ons vakgebied gaat. De overheid zegt nu eigenlijk tegen de huidige studenten dat hun diploma minder waard is dan dat van hun voorgangers.”
Hoe denken jullie dat de voorgestelde veranderingen de financiële situatie van rechtenstudenten zullen beïnvloeden?
“We denken dat dit de democratische toegang tot de studierichting zal beperken. Momenteel zien wij dat zo’n 40% van de studenten naast hun studie ook een job hebben. En een alsmaar stijgend deel hiervan gebruikt dit ook om hun eigen levenskosten te betalen. Voor hen zou dit dus betekenen dat ze opeens duizenden euro’s extra moeten betalen, want zo’n opleiding kost 4000 tot 5000 euro. Dat is gewoon oneerlijk.”
Zijn jullie bereid om alternatieve voorstellen te overwegen die de advocatuur kunnen moderniseren zonder de kosten voor studenten te vergroten?
“Jazeker, wij staan altijd open voor overleg. Wij willen de richting moderniseren maar niet op deze manier. De overheid wil eerst deze hervormingen doorvoeren en dan pas zien wat de effecten ervan zijn. Dat is omgekeerd werken volgens ons. De overheid geeft wel een overgangsperiode, maar we zullen altijd gegijzeld worden door een deadline. Graag zouden wij eens willen samenzitten en overleggen over een concreet plan. De inspraak van de studenten zelf is hier heel belangrijk.”
Hoe denken jullie dat studenten actief kunnen deelnemen aan het vormgeven van hun eigen opleiding en toekomstige beroep?
“De minister van justitie kijkt nu vooral naar universiteiten om richtlijnen te maken. En er komt geen financiering van de Vlaamse overheid. Wij roepen hen op om in gesprek te gaan met de studenten. De inspraak van studenten zelf is essentieel. Door ideeën te verzamelen in Vlaamse scholen zou de regering tot een goede overeenkomst kunnen komen waarin beide partijen tevreden zijn.”
Wat denken jullie dat de verdere stappen moeten zijn, ongeacht de uitkomst van deze beoordeling?
“Eerst en vooral hopen wij op een gesprek om onze zorgen te kunnen bespreken. Daarna zullen we moeten wachten op een antwoord van de Orde der Journalisten en van de universiteiten. Want op dit moment is er weinig duidelijkheid over de inhoud van de hervormingen.”
