Je trouwe viervoeter die een ziekte kan opspeuren, het lijkt wel een superkracht. Veel honden zijn namelijk in staat subtiele geuren en veranderingen op te merken nog voordat wij zelf iets in de gaten hebben. Zo ontdekte de hond van Barbara Sarafian haar beginnende borstkanker, zelfs voordat zij zich ervan bewust was. Wat maakt deze bijzondere capaciteit van honden mogelijk, en kan dit een rol spelen in de toekomst van de gezondheidszorg?
Volgens hondengedragsconsultant Joni Delanoeije zullen onze ziekenhuizen binnenkort niet overspoeld worden met honden die diagnoses stellen. “We kunnen honden goed aanleren om kankers of dergelijke ziektes op te sporen, de vraag is hoe wenselijk dat binnen onze samenleving is. Zo’n training kost namelijk enorm veel tijd en energie, evenals materialen zoals geurstalen die op kanker wijzen. En is dit wenselijk voor een hond? Het vereist intensieve training en een zorgvuldige selectie van honden, wat weer leidt tot vragen over kwekers en tal van andere ethische overwegingen.” Bij het gericht kweken op eigenschappen ontstaan er risico’s, zoals gezondheidsproblemen door genetische verarming en uitbuiting. Het trainen van deze dieren gaat gepaard met veel verantwoordelijkheden.
Bepaalde rassen hebben een sterk ontwikkeld geurorgaan. “Bepaalde hondenrassen zijn beter in het opsporen van kankers en andere ziekten die te maken hebben met geur. Dat komt mede door het vomeronasale orgaan (zie explainer). Ten tweede heb je ook nog honden nodig die erg observatief zijn tegenover mensen, om veranderingen in gedrag snel op te merken. Dan kom je terecht bij herdershonden of golden retrievers; zij hebben hoog potentieel voor dit soort zaken. Er is dus zeker genetische aanleg nodig om hier goed in te zijn.”
Vomeronasale orgaan
Het orgaan van Jacobson, of vomeronasale orgaan, is een speciaal reukorgaan in de neusholte van honden. Het stelt hen in staat om feromonen en chemische signalen te detecteren die niet door het gewone reuksysteem worden waargenomen. Dit is belangrijk voor het herkennen van specifieke stoffen die aan ziekten zijn gekoppeld, waardoor honden in staat zijn om aandoeningen zoals kanker en diabetes op te sporen.
Niet alleen specifieke rassen zijn hier goed in, iedere hond leeft in een wereld van geur. Daarom merken zij minuscule veranderingen in gedrag en geuren, zoals ademhaling of zweet. “We weten al langer dat honden kunnen voorspellen wanneer hun baasje een epilepsieaanval gaat meemaken. Dit komt omdat honden gevoelig zijn aan elke minuscule verandering. Voordat iemand een aanval krijgt, merken honden allerlei microveranderingen dankzij hun geurbelevenis van de wereld. Een hond kan dan blaffen om het baasje te alarmeren.”
De fysieke kenmerken van een hond hebben ook invloed. “Het is niet voor niets dat herdershonden goed zijn met hun reukorgaan. Een lange snuit noemt men wel eens ‘functioneel’ het laat hen toe om het geurorgaan optimaal te situeren in het lichaam. Bij het veelvuldig kweken van honden komen er problemen gepaard. Platte neuzen, gezondheidsproblemen en genetische afwijkingen. Die honden hebben een minder ontwikkeld reukorgaan.”
Honden zijn dus niet alleen onze vrienden, maar ook onze beschermers. Hun scherpe zintuigen en ongekende loyaliteit geven ons een extra paar ogen, of beter gezegd, een extra neus.