Het is allemaal wat wennen. De maatregelen worden strenger en strenger, ik voel ook aan mezelf dat ik er nu iets serieuzer mee om ga. Het is moeilijk om binnen te blijven, dat voel en zie je aan veel dingen.
Het prille begin
Ik ben in de krokusvakantie gaan skiën in Oostenrijk, rond die tijd kwam het coronavirus net aan in Italië. Een lachertje, volgens mijn vrienden en mezelf. Ik had toen nooit verwacht dat de ziekte zo ver zou komen als nu. Toch is het gebeurd, we moeten er mee omgaan. Het is moeilijk om niet meer te sporten of af te spreken met vrienden. Eigenlijk ook niet meer met je vriendin. Dat voel ik wel, ook aan de sfeer bij ons thuis. Het begint door te wegen en daar is voorlopig weinig of niets aan te veranderen.
Kleinste dingen zijn het grootste gemis
De ‘positieve’ kant van het verhaal is dat je nu pas echt voelt wat het is om de ‘normale routine’ van je dagen of weken te verliezen. Het voelt raar omdat je nu pas echt beseft wat die kleine dingen zoals ‘eens een pint gaan pakken’ waard zijn. Ik denk altijd bij mezelf, dat komt wel terug. Ik ben alvast begonnen met aftellen. Ik voel dat er bij veel mensen geloof is in een goede afloop, maar de onbepaalde duur van deze crisis zet mij tot nadenken.
Het is voor iedereen hetzelfde
Ook bij mijn ouders en zus zie ik de irritatie, hier en daar wat makkelijker geprikkeld door de kleinere dingen. Geen blijf meer weten met jezelf, een hele dag in de zetel liggen, werken op je vakantiedag. We hebben zelfs al op 3 dagen 2 keer in de tuin gewerkt. Het is simpelweg de tijd doden met dingen die je normaal nooit zou doen. En zo’n prachtig weer maakt het er niet beter op. Normaal zou ik al lang op het voetbalveld staan, maar er is niks aan te doen. Het moet nu op deze manier. Laten we allemaal samen hopen op een snelle, positieve evolutie.