De kajakkers van Willebroek kruipen dit weekend hun boten in voor 24 uur. Op 17 december gaan ze zo samen geld inzamelen voor De Warmste Week (DWW). Voorzitter van de WKKH, de Willebroekse Kajak Klub Hazewinkel, Steve Vercauteren ziet het helemaal goedkomen: “We zijn op de nacht voorbereid, we zullen ons wel warm kajakken”.
‘De Warmste Kajakkers’ is de solidariteitsactie van de Willebroekse Kajak Klub die op de watersportbaan, de Hazewinkel sport. Ze gaan deze zaterdag een kajakmarathon houden voor kansarmoede. Ook het Belgische U-21 team zal een verschijning maken op het water. Ze zullen zond agochtend een training kajakpolo geven. Maar dat is niet het enige dat op het water zal afspelen, vertelt Steve Vercauteren “Doorheen de dag kunnen recreanten deelnemen aan de marathon. We organiseren ook een ‘sprintmarathon’ waar de atleten 3 rondjes en 2 portages moeten varen, wat neerkomt op zo’n 3400 meter.”
Solidariteit onder elkaar
Het is niet de eerste keer dat de club deelneemt aan De Warmste Week. Vorige jaren maakte ze een kajaktocht van hun marathon, maar nu hebben ze ervoor gekozen om het geld binnen 24 uur te verzamelen. Ze gaan dit echter niet alleen doen, samen met Joggers van Klein-Willebroek trekken ze de nacht in. “We zijn op de nacht voorbereid, we weten ons wel warm te kajakken”, volgens Steve Wauters.
Door met de joggers samen te werken, proberen ze iedereen te betrekken bij de solidariteitsactie. Ze hebben de keuze om te joggen of te wandelen. Voor zij die liever aan de zijlaan staan, zal er ook wat lekkers voorzien worden zoals koffie, soep en op zondag zelfs een overheerlijke pannenkoekenslag.
Kansarmoede
Dit jaar is het thema van De Warmste Week kansarmoede. Het geld zal dit jaar naar het DWW Fonds dat speciaal opgericht is om de projecten binnen het jaarthema te ondersteunen.
Eén van de tien Vlaamse kinderen en jongeren groeit op in armoede. Men spreekt van kansarmoede wanneer mensen beperkt worden in hun kans om voldoende deel te nemen aan de basisbehoeften in het leven. Gezinnen dat geen toegang hebben tot onderwijs, arbeid en of een huisvesting, door onder andere een relatief laag inkomen.
