Al sinds 2004 staat squash op de nominatielijst van de Olympische Spelen. In 2028 zal de sport op de Spelen van Los Angeles haar intrede maken. Bij Squash Vlaanderen hopen ze alvast dat ze door deze beslissing de populariteit van de sport opnieuw kunnen aanwakkeren.
Welk gevoel hebben jullie bij het feit dat squash een olympische sport zal worden?
Hannes: We zijn natuurlijk heel blij. We hoopten al een tijd dat squash een olympische sport kon worden. Ook de internationale squashfederaties hebben in de loop der jaren verschillende campagnes opgezet in de hoop van het squash een olympische sport te maken. In het verleden zijn we er telkens net naast gevallen, maar vanaf 2028 zijn we erbij. Dat is voor ons heel leuk.
Hoe komt het dat het squash nu toch een olympische sport is geworden? Wat is er anders dan op de vorige Spelen?
Hannes: De locatie van de Spelen in 2028 zal misschien niet de doorslag gegeven hebben, maar het heeft zeker geholpen. In de Verenigde Staten is squash heel populair. De Amerikaanse damesploeg is eerder dit jaar nog tweede geworden op het WK in Chicago. Daarnaast zit de sport er sterk verweven in de universitaire opleidingen, waardoor er automatisch veel Amerikaans squashtalent is.
Hoe populair is squash momenteel in België?
Hannes: We moeten eerlijk zijn en durven zeggen dat het squash niet bepaald populair is in ons land. In en na de Covid-periode hebben we het heel moeilijk gehad. Squash werd beschouwd als indoor-contactsport, waardoor we lang verplicht hebben stilgelegen. Ook de opkomst van het padel komt de populariteit van squash niet ten goede. Het is nu aan ons als federatie om, via het olympisch verhaal, squash opnieuw op de kaart te zetten in België. Daar gaan we natuurlijk alles aan doen.
Denken jullie dat België kans maakt om het goed te doen? We weten dat we met de zussen Gilis twee topspeelsters hebben bij de vrouwen, zijn er ook mogelijkheden bij de mannen?
Hannes: Bij de mannen zal het moeilijker zijn om een rol van betekenis te spelen. We hebben met Joeri Hapers een speler die ‘slechts’ rond plaats 130 staat, en hij zal op de spelen in Los Angeles ook al 37 jaar zijn.
Onze hoofdoelstelling ligt bij Nele en Tinne Gilis, twee vrouwen die echt kans maken op een medaille. Ze werden beiden al Europees kampioen en staan in de top 10 van de wereld. Ook hun leeftijd is gunstig. Als je de huidige top 10 bekijkt, staan er momenteel een aantal speelsters tussen die tussen de 30 en 35 jaar oud zijn. Nele en Tinne zullen op de Spelen van 2028 respectievelijk 32 en 31 jaar zijn. We moeten nu rond de tafel gaan zitten met hun coaches en het BOIC (Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité) om op die manier een programma op te stellen. Hopelijk kunnen ze dan in Los Angeles echt pieken en op hun topniveau zitten.
