Studenten die advocaat willen worden, zouden binnenkort meer moeten betalen voor een extra verplichte opleiding. De kosten daarvoor zouden tot 4000 euro kunnen oplopen. Daarnaast valt ook de vergoeding van de stage weg. Voormalig minister van Justitie Vincent van Quickenborne stelde dit nieuw wetsontwerp op, met als doel het advocatenberoep en de opleiding aantrekkelijker te maken. Toekomstige advocaat, Enya Vaerewijck (19), vindt dit geen goed plan.
“Ik geef de voorkeur aan het huidige systeem. Tijdens onze driejarige stage krijgen we immers betaald, wat ik als positief ervaar. Daarnaast waardeer ik het idee dat we na het behalen van onze master, de praktijkkant van ons toekomstige beroep kunnen verkennen. Na jaren van een voornamelijk theoretische studie, lijkt het me verfrissend om de theorie te combineren met een praktijkervaring. Ik betreur dat er eerst nog een aparte opleiding gevolgd moet worden voor we aan onze stage beginnen.”
Verwacht je financiële gevolgen door deze verandering?
“Financieel gezien lijk het mij zeer uitdagend. Niet elke student beschikt bij het afstuderen al over een bedrag van 4000 euro. Ik moet mijn studie zelf betalen, wat betekent dat ik eerst zou moeten sparen voordat ik aan deze opleiding kan beginnen. Bovendien zou ik, aangezien de stage onbetaald is, een studentenjob moeten zoeken. Ik vraag me af of ik wel voldoende tijd hiervoor zal hebben. Duizenden euro’s betalen voor een extra opleiding is echt overdreven.”
Wat zijn volgens jou mogelijke voordelen?
“Dankzij de extra verplichte opleiding kan ik een stevige kennisbasis opbouwen voordat ik aan mijn stage begin. Deze theoretische basis kan misschien leiden tot prestaties tijdens het praktische gedeelte.”
Vind je dit een goede strategie om de opleiding of het beroep aantrekkelijker te maken?
“Deze aanpak maakt de opleiding of het beroep van advocaat niet aantrekkelijker. De meeste studenten na het afstuderen direct willen beginnen aan het praktijkgedeelte, zonder eerst nog peperdure opleiding te moeten volgen. Een directe overgang naar een praktijkervaring die betaald wordt, lijkt mij meer aantrekkelijker.”
