‘Can fashion save the world?’ is het thema dat wordt aangepakt tijdens het symposium ‘Responsible Fashion Series’. Men gaat een dialoog aan over een vernieuwende, andere aanpak voor de (Antwerpse) mode. De stad voorziet eind dit jaar zelfs een nieuw programma voor de mode, volgens Annick Schramme van Universiteit Antwerpen.
“Er is een onderzoek gedaan door Flanders DC dat de sterktes en zwaktes van Antwerpen als modestad in kaart brengt, dit resulteert in een nieuwe visie. Het debat van de Responsible Fashion Series sluit hierop aan. We kunnen niet blijven teren op de Antwerpse Zes, Walter Van Beirendonck gaat binnenkort ook op pensioen. Wie hem gaat opvolgen, zal bepalend zijn voor de toekomst van de Antwerpse mode.”, vertelt Schramme.
Pascal Cools, de managing director van Flanders DC en medeoprichter van de Belgian Fashion Awards, licht het belang van mode voor Antwerpen toe: “Mode is economisch een zeer belangrijke sector en het geeft een anderzijds een enorme uitstraling naar de buitenwereld. The New York Times heeft onlangs nog een hele special gewijd aan hoe creatief en avant-garde de mode uit Antwerpen wel niet is.”
Mode staat al jaren centraal in Antwerpen. Het is onze Belgische modestad en ook de thuisbasis van het Modedepartement van Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Antwerpen. Hier volgden de Antwerpse Zes hun studies. Dit is een groep bekende Belgische modeontwerpers die in de jaren 80 studeerden aan de academie. Dankzij hen ontstond de grotere aandacht voor Vlaamse mode, vooral na hun gezamenlijke modeshow in Londen in 1986. De Antwerpse Zes zijn: Dirk Bikkembergs, Ann Demeulemeester, Walter Van Beirendonck, Dries Van Noten, Dirk Van Saene en Marina Yee.
Begin jaren 80 richtte de Belgische overheid het Instituut voor Textiel en Confectie België (ITCB) op. Het ITCB wou de link leggen tussen het creatieve talent in ons land en de verouderde textielindustrie. In 1982 ging de eerste ‘Gouden Spoel’-wedstrijd door, die Ann Demeulemeester won. Tegelijkertijd startte ITCB de campagne ‘Mode, dit is Belgisch’ op om Belgische merken te promoten. De styling van het magazine werd verzorgd door de groep afgestudeerden van de Modeacademie. Door dit initiatief is ‘onze’ mode definitief op de kaart gezet.
De komende weken staat de Antwerpse mode éxtra in de kijker. Verschillende initiatieven kregen in de maanden september en oktober vorm. Naast de internationale ‘Responsible Fashion Series’ in samenwerking met de Universiteit van Antwerpen en ‘De week van de mode’ pronkt de stad Antwerpen ook met het grote heropeningsinitiatief van het MoMu, met verschillende expo’s en evenementen. Deze initiatieven zijn te vergelijken met ‘Mode, dit is Belgisch’.
Zeker niet te vergeten zijn de Belgian Fashion Awards die eind november zullen doorgaan. Naast namen zoals Walter Van Beirendonck en Olivier Theyskens zijn er ook veel ‘nieuwe’ ontwerpers in het spel.
Terwijl de Antwerpse designers aan populariteit winnen, blijft directeur van het MoMu Walter Van Beirendonck studenten klaarstomen voor het internationale publiek. Zo werd Rushemy Botter onlangs aangesteld bij Nina Ricci en brak Demna Gvasalia door met cultlabel Vetements.
“Het is nodig dat we Belgische talenten hier houden en dus een stem geven.”, benadrukt Cools. ”Daarom is het belangrijk om aandacht te wekken voor de Belgische ontwerpers en het modelandschap, het mode-ondernemerschap is nog steeds zeer belangrijk. De Belgische mode gaat echt wel de wereld rond.”