Als er iets is dat we allemaal ontzettend missen in deze tijden, is het de sociale bijeenkomsten met vrienden, familie en geliefden. Ook ik merkte het al na de eerste paar weken: het feit dat je het niet eens kon plannen was frustrerend op zich. Maar het meest frustrerende van alles drong pas tot me door toen ik eindelijk weer eens de deur uit was gekomen.
De eerste bijeenkomsten met vrienden waren weer heerlijk. Daar had ik lang naar uitgekeken. Wekenlang had ik ze wel online gesproken en gebeld, maar er is toch iets magisch aan fysiek bij elkaar komen. Dat heeft de laatste tijd me zeker geleerd. De dagen waarop je eindelijk weer iets af hebt gesproken zijn dan ook een hoogtepunt. Maar het nadeel aan een hoogtepunt is dat je een piek hebt bereikt, en dat betekent dat je even alleen maar naar beneden kan. Dat krijg je dan de dagen erna te verduren.
Het was iets waar ik van tevoren helemaal niet bij na had gedacht, maar dat er flink in sloeg. Telkens weer, nadat ik vrienden ontmoet had, vond ik mezelf terug op diezelfde plek. Die plek waar het gevoel van eenzaamheid extra scherp in contrast staat met het gezelschap de dag ervoor. Die plek waar een groepje lege zetels nog meer verlaten lijkt, en waar de stilte nog stiller is dan ooit tevoren. Die plek waar ik me niet te vaak terug wil vinden.
We kijken gelukkig uit naar een betere tijd. Met soepelere maatregelen, het heropenen van terrassen en grenzen lijken de tijden van complete eenzaamheid voorlopig voorbij. Maar het is wel een goede les geweest, om die eenzaamheid een paar keer in de ogen te kijken. Het heeft gezelschap nog meer waarde gegeven dan het al had.