Woensdag 27 oktober zond Eén de eerste aflevering van ‘Het Hoogste Bod’ uit, een programma over het doen en laten in de veilingwereld. Veel telefoons, kunst en grote sommen geld. Maar is het programma waarheidsgetrouw of zoeken de makers gewoon de sensatiezucht op? Ik sprak met Hans Martens van veilinghuis Jordaens in Mortsel.
Waarin zijn jullie als veilinghuis juist gespecialiseerd?
Wij bieden kunst en antiek aan in de ruime zin. Koper en verkoper kunnen hier alle soorten spullen kopen of aanbieden. We maken geen onderscheid of specialiseren ons niet in één bepaald thema. Soms doen we wijnveilingen en dat is vrij uniek. Maar voor ons is alle kunst anders en dat willen we dus ook aanbieden.
Het programma doet uitschijnen dat de bieders mensen zijn met geld. Is bieden echt enkel voor de happy few?
Onze veiling is voor alle soorten mensen met minder of meer geld. Met alle soorten kunst en antiek trekken we ook publiek aan met verschillende interesses in kunst. Het is zeer laagdrempelig en onze deuren staan voor iedereen open. Er bestaan wel veilinghuizen die vrij exclusief zijn, dat kon je ook zien in het programma, maar dat is bij ons niet het geval. We zien dat in de toekomst ook niet veranderen.
Jullie en de andere veilinghuizen zijn bedrijven die winst willen maken. Hoe maken jullie winst?
Ons veilinghuis werkt puur op commissie. De koper en verkoper betalen allebei een deeltje mee. Om een voorbeeld te geven: als er een lot wordt verkocht aan €100 dan is onze winst €37. Als koper betaal je 22% aan en als verkoper 15%. Daar moet nog BTW van afgetrokken worden.
Is een veiling echt zo spannend als het programma wil laten blijken of is de realiteit toch anders?
De realiteit is toch wel een beetje anders. Zoals ik zei, zijn wij een zeer laagdrempelig veilinghuis. Het verloopt hier altijd zeer vlot en vrij droog. Wij richten eerder op plezier dan op sensatie, zowel voor onze klanten als ons. Ook de afstand van de veilingmeester tot het publiek is niet zo groot. Wij hebben een redelijk kleine zaal waardoor grappen met het publiek vaak mogelijk is en dat is wel fijn.
In het programma vertelt Peter Bernaerts dat veilinghuizen mee verantwoordelijk zijn voor het voeden van gulzigheid en kapitalisme. Klopt dat?
(lacht). Absoluut niet, juist het tegenovergestelde. Als je bij een antiquair of een kunstgalerij iets koopt, dan kan het zijn dat de prijs boven de eigenlijke waarde ligt. We krijgen zo’n mensen vaak over de vloer. Zij willen kunst verkopen, maar die wordt dan geschat aan een lagere prijs dan hun aankoopprijs. Bij een veiling koop je iets naar de huidige waarde en wat de mensen van vandaag ervoor willen geven. Dat heeft niets te maken met ‘gulzigheid’ of ‘kapitalisme’.
Hoe zien jullie de veilingwereld nog evolueren in de toekomst?
Door COVID is de toekomst van het veilen in een stroomversnelling gekomen. We zijn volledig op online overgeschakeld door de strenge maatregelen en dat hebben we na het afbouwen van die maatregelen gewoon doorgetrokken. Mensen mogen nog altijd komen kijken in de zaal maar we zien minder en minder mensen die de moeite doen om af te komen. Andere veilinghuizen waren al vroeger overgeschakeld op online maar de reactie van het publiek meemaken blijft toch leuk.
‘Het Hoogste Bod’ is iedere woensdag te zien om 21u40 op Eén.
