Het aantal slachtoffers van tienerpooiers ligt veel hoger dan wordt gemeld. Oorzaak daarvan is dat de meldpunten te weinig bekend zijn. “In de realiteit zijn er veel meer gevallen”, volgens Frederick Dejonghe, beleidsmedewerker bij Payoke.
De organisatie strijdt tegen mensenhandel waarbij slachtoffers worden uitgebuit in de prostitutie, gedwongen arbeid, bedelarij… De meldingen over tienerpooiers stijgen licht jaar na jaar, maar toch blijft het meldpunt te onbekend bij de jeugdwelzijnssector.
Als de organisatie een melding ontvangt over een vermoedelijk slachtoffer van een tienerpooier, start een analyse om na te gaan wat er aan de hand is. Deze procedure duurt ontzettend lang. Dejonghe: “We proberen een vertrouwensband op te bouwen met het slachtoffer, maar die band is vaak afhankelijk van de bereidwilligheid van de meisjes.”
Wanneer de mensenhandel wordt vastgesteld, voeren het parket en de politie verder onderzoek uit. Daarnaast wordt er gezorgd voor begeleiding van het slachtoffer. In 2021 werden tien begeleidingstrajecten opgestart voor de slachtoffers van de ‘loverboys’. In Nederland gaat er veel meer aandacht naar het fenomeen van tienerpooiers. Er wordt meer onderzoek gedaan en de communicatie rond het fenomeen is beter uitgebouwd.
Het is volgens Payoka belangrijk dat de slachtoffers niet zomaar in de jeugdzorg terechtkomen. Dejonghe: “De slachtoffers komen uit een stressvolle situatie waarbij ze meerdere keren per week misbruikt werden. Daarom is het belangrijk om ze niet zomaar in de thuiszorg te plaatsen, maar een warme plek te bieden met voldoende begeleiding.”
