Close-up bord met pasta carbonara en meelwormen

Beestjes op je bord: de insectennijverheid kruipt moeizaam voort in België

De gele meelworm, de kleine meelworm, de huiskrekel en de treksprinkhaan. Dat zijn de vier insectensoorten die de Europese Unie al goedkeurde voor humane consumptie, met nog acht andere soorten in de wachtrij. België leek in 2014 een voortrekkersrol in te nemen voor deze nieuwe sector, maar daar valt vandaag weinig van te merken.

Even terug naar de ‘insectenhype’ van tien jaar geleden. Aangespoord door onderzoek over de voordelen van insecten als voeding, begon de Belgische overheid met een gedoogbeleid voor de commerciële insectenkweek van tien insectensoorten voor menselijke consumptie. Het startschot voor ondernemers om ermee aan de slag te gaan en een plaatsje op de markt veroveren.

Meelwormen in hun vierde stadium, de pop fase

Dat liep slechter dan verwacht. Zo snel als de ondernemingen opkwamen, zo snel moesten ze het ook opgeven. Een gebrek aan expertise en te ambitieuze plannen behoorden tot de oorzaken. De Belg, hoewel best bereid eens insecten te proeven, leek niet warm te lopen voor insecten als vleesvervanger. Terwijl in Frankrijk en Nederland enorme kwekerijen gebouwd werden, zoals Ynsect en Protix, bleef het bij ons bij vrij kleine bedrijfjes. Bedrijven zoals Kriket, Goffard Sisters, M-Food en Tor Royal.

Lies Hackelbracht richtte in 2016 haar bedrijf Tor Royal op in Deerlijk, waar krekelkweker Nusect ook al langer actief was. “Ik wilde iets doen in de landbouwsector, maar als je ouders geen landbouwers zijn, kan je dat niet zomaar. Om meelwormen te kweken had ik niet veel plaats nodig en ze bleken ook zeer positief te zijn voor onze ecologische voetafdruk. Weinig water, weinig stikstof, weinig ammoniak,… Die beestjes hebben ook een heel efficiënte voederconversie, wat wil zeggen dat je ze zelf weinig voeding moet geven.”

De huiskrekel

Hackelbracht wilde Tor Royal uitbouwen tot een aan- en verkoopcentrum voor insectenproducten. Op haar eentje zorgen voor de kweek, verwerking, marketing en verkoop, was niet rendabel. Daarom ging ze op zoek naar partners om de kweek over te nemen, maar die samenwerkingen liepen telkens op een dood spoor. Een maand geleden verkocht ze haar bedrijf in stukken. Haar merk ging naar future food artist MiE Goffin uit Gent.

Brusselse bureaucratie

Hackelbracht: “Er kwamen al regels vanuit Brussel nog voordat die sector een beetje matuur was. Plots verschenen er bijvoorbeeld reglementen rond onze mest, of restfractie zoals ze dat noemen. Wat ons opgelegd werd, was veel strenger dan de gewone mestwetgeving en strenger dan in onze buurlanden. Dat kostte niet alleen veel, we konden ook geen mestverwerkers inschakelen want voor hen was onze productie te klein.”

Deze energierepen van Kriket bevatten krekelpoeder en zijn op smaak gebracht met pure chocola en kokosnoot/zwarte bessen

Daarnaast is het aanvragen van een Novel Food dossier een zeer complex en duur proces. Hackelbracht deed hiervoor beroep op de BiiF, de Belgian insect industry Federation. Met andere ondernemers en organisaties kon ze een gezamenlijke aanvraag indienen in 2017 en het was pas vier jaar later dat deze toepassing van de meelworm goedgekeurd werd. En dat zonder patent. Enkel bedrijven die extra betalen, krijgen vijf jaar lang het commercieel alleenrecht.

Novel Food
Voedingsmiddelen en ingrediënten die niet sinds het ontstaan van de Europese Unie als voedingsmiddel werden verkocht. Ze moeten gecontroleerd worden door de Europese Voedselveiligheid Autoriteit (EFSA) en komen pas daarna op de markt.

Tot slot is het niet gemakkelijk om traditionele denkwijzen te laten vallen, noch voor de potentiële producent, noch voor de consument. Insecten eten is taboe in België, ondanks dat al 70% van de wereld al insecten eet. Hieronder een ‘voorproefje’ van een podcast die draait rond dit aspect van smaak.

Grote plannen voor kleine beestjes

Naast wetgevingen bleek ook schaalvergroting een uitdaging te zijn voor Tor Royal. Daar kon M-Food de afgelopen jaren wel in slagen. M-Food ontstond pas in 2021 in Turnhout, maar komt voort uit het bedrijf Mijten Diervoeders. Mede-oprichter Dave van der Pasch had een mismatch vastgesteld tussen kwekers en afnemers en zag de nood aan een insectenverwerkend bedrijf als tussenschakel.

“Heel veel bedrijfjes beginnen in de keuken en proberen dan misschien naar een iets grotere keuken te gaan, maar dat is het niveau waar de meesten blijven. Wij wilden wel zo’n stap groter gaan. Dat is ook nodig om relevant te zijn voor de afnemer. Wij kunnen nu op wekelijkse basis tonnen produceren. Dat gaat dan vooral over bevroren, hele insecten en insectengehakt/puree. Gedroogd en in poedervorm produceren we ook, maar dat is duurder en dus kleinschaliger.”

Onderzoek gaat gestaag vooruit

Analoog aan de commerciële initiatieven, begon in 2014 een experimenteel kweekproject van de KU Leuven en Thomas More. Dat was aanvankelijk nog wat geïmproviseerd, vertelt Geert Verheyen van Thomas More. “De kweek is heel kleinschalig ontstaan in de serres met tentjes en dergelijke. Dat was natuurlijk niet goed controleerbaar. Nadien hebben we een containerbak geïnstalleerd met klimaatkassen. En dan eind 2019 is de bouw van de SymBIOnt begonnen waar we nu gecontroleerd kunnen kweken op grote schaal”

De instelling deelt zowel hun expertise over het opschalen van de insectenkweek met insectenkwekers, als met onder andere de voederindustrie, de chemische industrie en het grote publiek.
Hieronder een videoreportage over de Insect Pilot Plant.

Dries Vandeweyer (KU Leuven) heeft wel enkele bedenkingen bij de grote claims die gemaakt worden over duurzaamheid en gezondheid. “We beschouwen insecten te vaak als één geheel, terwijl er veel verschillende insectensoorten, kweekmethodes en substraten (de voeding voor insecten) bestaan. Al die parameters moeten overeenkomen als je ze vergelijkt met traditioneel vlees. Een varken is ook niet hetzelfde als een kip.”

“Enkel als de verschillen heel groot zijn, kun je een algemene uitspraak doen. Op vlak van waterverbruik en voederconversie zijn insecten inderdaad veel efficiënter. Het is ook praktisch dat je er zo veel, zo dicht op elkaar kan kweken. En dat is ethisch verantwoord, want zo leven ze ook in de natuur. Tegelijk moeten insecten gekweekt worden op warme temperaturen (27 à 30 graden) omdat ze koudbloedig zijn en dat verhoogt het energieverbruik.”

Dries Vandeweyer is postdoctoraal onderzoeker bij de Research Group for Insect Production and Processing. Daarvoor was hij ook betrokken bij SUSINCHAIN, een EU-onderzoeksproject rond insecten als food en feed.

“Hetzelfde geldt voor nutriënten,” gaat Vandeweyer verder. “Men zegt wel eens dat in insecten tot 70% proteïnen zitten. Dat klopt als we ze in poedervorm bekijken, maar niet als het verse product. Als we van een stuk vlees ook een poedervorm zouden maken en al het water eruit haalden, dan ga je ongeveer op hetzelfde uitkomen.”

Wil je dat anderen dit ook lezen? Deel!

Zeen is a next generation WordPress theme. It’s powerful, beautifully designed and comes with everything you need to engage your visitors and increase conversions.

More Stories
Joodse schooldeur
De Joodse gemeenschap in Antwerpen