Persoon met diabetessensor op arm

Werelddiabetesdag: diabetes treft meer dan 1 miljoen Belgen

Zo’n 1,1 miljoen Belgen hebben diabetes, waarvan 450.000 mensen het niet weten. De ziekte groeit nog steeds razendsnel, met diabetes type 2 als een ‘stille’ epidemie die vaak pas wordt ontdekt als er al ernstige symptomen zijn. Toch zijn er lichtpuntjes, zoals het diabetestraject, een preventief programma voor mensen met een verhoogd risico.

Diabetes type 2 wordt vaak pas ontdekt als er al schade is. De symptomen kunnen subtiel zijn en in eerste instantie onopgemerkt blijven.

Het verschil tussen diabetes type 1 en 2
Type 1 is een auto-immuunziekte waar er geen insuline meer wordt aangemaakt. Bij type 2 wordt er nog wel insuline aangemaakt, maar reageert het lichaam hier minder goed op, waardoor de bloedsuiker te hoog blijft in het lichaam.

Genetische aanleg

Diabetes type 2 groeit snel wereldwijd, deze vorm van diabetes komt bij 90 procent van de gevallen voor. België vormt hierop geen uitzondering. Volgens de Diabetes Liga leeft één op de tien Belgen met de ziekte. Een op de drie weet nog niet eens dat ze diabetes hebben. “Diabetes is een van de snelst groeiende aandoeningen, zowel bij jongere als oudere generaties”, vertelt Arnout Wouters, algemeen directeur van de Diabetes Liga.

Een op drie weet nog niet eens dat ze diabetes hebben

Arnout Wouters

Veel voorkomende symptomen zijn: slecht genezende wonden, overmatige dorst en frequent plassen in de avond. Als er in de familie diabetes is vastgesteld, heb je 10 procent kans dat het zich bij jou ook kan ontwikkelen.

Preventieve maatregelen

De federale overheid heeft een nieuw preventief programma opgezet om de gevolgen van diabetes type 2 in een vroeg stadium te voorkomen, waarbij de ziekte zich nog niet heeft gevormd. Het diabetestraject biedt mensen met een verhoogd risico op diabetes de mogelijkheid om hun gezondheid op de voet te volgen en de juiste preventieve maatregelen te nemen. Ondertussen hebben inmiddels meer dan 115.000 mensen zich aangemeld. “Door vroeg in te grijpen, kunnen we het risico op diabetes type 2 verminderen door middel van gedragsverandering, voeding en beweging”, legt Wouters uit.

Geïnteresseerden kunnen zich aanmelden onder twee voorwaarden. Enerzijds moeten ze een verhoogd risico hebben op diabetes, wat kan worden vastgesteld via een Find Risk-Score. Anderzijds moeten ze een doorverwijsbrief van hun huisarts hebben.

Het traject geeft de personen de mogelijkheid om 4 keer per jaar een cursus te volgen, waar ze meer leren over diabetes. Daarnaast kunnen ze een podoloog raadplegen. Tot slot krijgen ze de mogelijkheid om voedingsadvies te krijgen van diëtisten.

Voedingsadvies op maat

In het diabetestraject speelt voedingsadvies een belangrijke rol. Mensen worden begeleid door diëtisten voor een gezondere levensstijl. Een van die initiatieven is de Gezonde Voeding op Verwijzing, van de Diabetes Liga. Daar volgen mensen met een verhoogd risico een aantal vrijwillige groepslessen.

Diëtiste Isabel Malfait, legt uit: “Deelnemers van de groepslessen leren niet alleen hoe ze gezonde voedingskeuzes maken, maar ook hoe ze hun levensstijl kunnen aanpassen om diabetes te voorkomen. Ze leren het plannen van gezonde maaltijden en volgen een kookworkshop.” De lessen vinden plaats in groepen van 10 tot 15 mensen. Malfait benadrukt: “Het belangrijkste is dat de mensen begrijpen dat ze hun gezondheid in eigen handen hebben, kleine veranderingen in voeding en beweging kunnen al een groot verschil maken.”

Te weinig mensen herkennen de symptomen van diabetes en weten niet wat te doen in een noodsituatie. Daarom ontwikkelde de Diabetes Liga naar aanleiding van Werelddiabetesdag een gratis e-learning cursus voor sportclubs. Volgens Arnout Wouters blijft sensibilisering, ook op scholen en in EHBO-cursussen, essentieel om misverstanden en risico’s te verminderen.

“In EHBO-cursussen wordt niet specifiek gefocust op de symptomen van diabetes en wat te doen in een noodsituatie en dat is een tekortkoming. We proberen daar op te werken met onder andere het Wit-Gele Kruis en Rode Kruis Vlaanderen, maar we hebben daar nog een lange weg af te leggen.

Met sensibiliseringscampagnes proberen we het grote publiek duidelijk te maken wat de symptomen zijn. Ook in bedrijven zijn er waarschijnlijk mensen die opgeleid zijn in EHBO, maar we proberen aan te geven dat ze binnen die EHBO-cursus ook de symptomen van een ‘hyper’ (te hoge bloedsuiker) of een ‘hypo’ (te lage bloedsuiker) moeten leren herkennen. Naar aanleiding van Werelddiabetesdag hebben wij een gratis e-learning cursus gemaakt om de trainers van sportclubs aan te leren wat de symptomen zijn van een hyper en een hypo. Zo weten de trainers en de coaches van sportclubs wat ze moeten doen als ze iemand met diabetes hebben in hun club of hun team die een aanval krijgt.”

Hoe komt het dat zo veel mensen zich onbewust zijn van de symptomen en de behandeling?

“Naasten die dicht bij de persoon met diabetes staan, zoals ouders, de partner of de kinderen, weten meestal wel wat ze moeten doen. Zij worden dagelijks geconfronteerd met de behandeling van die persoon en herkennen de symptomen na verloop van tijd wel.

Het probleem is groter als het gaat over vrienden, kennissen of familie die verder afstaan van die persoon met diabetes. Over het algemeen zijn zij minder goed geïnformeerd en herkennen zij de symptomen van een hyper of een hypo niet. Als je geluk hebt, kan de persoon zelf aangeven dat ze suiker nodig hebben in het geval van een hypo. In het geval van een hyper kan je niet veel doen, tenzij insuline inspuiten.

Er is dus een groot verschil tussen mensen die dicht tegen de ziekte staan, en mensen die daar verder vanaf staan,  zoals vrienden, kennissen enzovoort.”

Mogen buitenstaanders zomaar insuline toedienen aan een persoon met diabetes die een hyper doormaakt?

“Nee, dat mag niet. Sinds een paar maanden is er wel een wet rond de ‘bekwame helper’. Daar hebben we met de Diabetes Liga heel hard voor geijverd. De ‘bekwame helper’ geeft een statuut aan een helper die geen familielid is. 

Dat betekent dat bijvoorbeeld leiders van jeugdbewegingen, trainers van sportclubs, leerkrachten in het onderwijs of een vertrouwenspersoon die geen familielid is van de persoon in kwestie, mits een bepaalde opleiding, het recht heeft om insuline toe te dienen. Zij moeten dan een soort EHBO-cursus volgen, die de Diabetes Liga heeft gemaakt, en in samenspraak met de huisarts of de endocrinoloog weten wat het behandelschema is van de persoon.

Familieverwanten van de eerste graad, zoals de ouders, de kinderen, broers of zussen mogen wel gewoonweg insuline toedienen. Medisch geschoolde mensen, zoals dokters en verpleegkundigen mogen dit uiteraard ook.”

Welke maatregelen worden er genomen om meer te sensibiliseren en meer bewustzijn te creëren?

“We zijn niet alleen, uiteraard. Apothekers, mutualiteiten, de Diabetes Liga, maar ook het Agentschap Zorg en Welzijn in Vlaanderen, het Federale Ministerie van Volksgezondheid zetten daar allemaal op in. Het RIZIV gaat binnenkort een campagne doen rond diabetes en diabetessensibilisering. Dus het is moeilijk om vandaag te beweren als buitenstaander dat je nog nooit over diabetes hebt gehoord en dat je geen flauw idee hebt waarover dat gaat. En toch is dat het geval.

Mensen zien het niet, horen het niet, lezen het niet of willen het niet zien, horen of lezen. Er is ook nog zoiets als blaming en shaming, zeker voor diabetes type 2. Daarvan wordt weleens gezegd dat het een gedragsprobleem is en dat de persoon in kwestie maar niet zoveel had moeten snoepen en dat het allemaal hun eigen schuld is. Dat is natuurlijk niet waar.

Heel veel mensen schamen zich ervoor dat ze diabetes hebben en komen daar ook niet voor uit. Er hangt een stigma rond. Met die sensibilisering proberen wij mensen met diabetes ook aan te sporen om erover te spreken met hun omgeving. Want als de omgeving het niet weet, kunnen ze er niks aan doen. Er hangt dus nog een heel groot stigma rond, maar het is ook een en-en-probleem.”

In welke mate spelen scholen een rol in sensibilisering?

“We hebben een campagne lopen in 130 basisscholen waar wij een educatief basispakket geven, zodat de leerkrachten, maar ook de kinderen die in hun klas een kindje hebben met diabetes, wat meestal type 1 is, de symptomen herkennen. We merken dat de kinderen op een andere manier reageren ten opzichte van klasgenootjes met diabetes. Er ontstaat een buddysysteem.

Een kindje met diabetes krijgt een buddy mee van de klas. Dat wil zeggen dat als die gaat eten of op de speelplaats loopt, er altijd een buddy in de buurt is van dat kind. Die buddy herkent ook de symptomen van die aanval en kan helpen om de leerkracht erbij te roepen. Dat is een deel van sensibilisering, maar 130 basisscholen op de meer dan tweeduizend in Vlaanderen is weinig.

We hebben nog een bevriende organisatie, Hippo & Friends, die zich enkel bezighoudt met diabetes type 1. Zij hebben ook een basisactie, de Blauwe School, waar ook nog eens 124 basisscholen aan deelnemen. Samen met Hippo & Friends bereiken wij op dit ogenblik 254 basisscholen met een informatie- en sensibiliseringspakket rond type 1 diabetes.”

Farmaceutische industrie maakt verschil voor diabetesmanagment: “Als je goed oplet, heeft diabetes weinig impact”

Dagelijks vraagt diabetes voor de patiënt veel controle en zorg. Vandaag zijn er op de farmaceutische markt verschillende soorten medicatie beschikbaar. Peter Garner, diabeet en werknemer bij Janssen Pharmaceutica in Geel, benadrukt het belang van een goede toegankelijkheid van medicatie voor diabeten.

Hoe ziet uw dagelijkse medicatieroutine eruit?

“Heftig. Ik neem negen pillen in: vijf pillen ‘s ochtends, twee ‘s middags en twee ‘s avonds. Daarnaast krijg ik vier injecties: bij elke maaltijd en voordat ik ga slapen. Ik neem ook preventieve medicatie, zoals bloeddrukverlagers, tegen hart- en vaatziekten.”

Is de medicatie voor alle diabeten toegankelijk?

“Ja. Ik ga twee keer per jaar op controle bij een specialist, die medicatie voorschrijft voor een half jaar. Bij de apotheek krijg ik die zonder kosten. Extra medicijnen, zoals voor mijn bloeddruk, kosten niet veel. Voor de diabetesmedicatie betaal ik zo goed als niets.”

Welke moeilijkheden ervaart u sinds uw diagnose?

“Vroeger moest ik mijn bloedsuiker meten door in mijn vinger te prikken. Nu kan dat met een sensor in mijn arm, die ik met mijn telefoon uitlees. Dat maakt het veel eenvoudiger. Als je goed oplet, heeft diabetes weinig impact. Je moet wel een strak ritme aanhouden.

Bijvoorbeeld: ’s ochtends meet je je bloedsuiker en geef je jezelf insuline. Dat bepaalt wat je nodig hebt voor je ontbijt. Maar soms lopen dingen anders waardoor de bloedsuiker te laag wordt. In zulke gevallen moet je snel een suikerrijke snack bij de hand hebben. Lage bloedsuiker voelt heel slecht aan. Het voelt veel erger dan een hoge bloedsuiker.”

Wat kan de farmaceutische industrie verbeteren aan diabetesbehandelingen?

“Een wonderpil die diabetes geneest, zou natuurlijk ideaal zijn. Er zijn al insulinepompen die continu je bloedsuikerspiegel meten en zelf insuline toedienen. Daarvoor moet je wel iets laten inbouwen. Insuline spuiten is vervelend, vooral als je dat tien keer per dag moet doen. Al went het snel.

Het is goed onder controle te houden en we moeten blij zijn met de huidige mogelijkheden. Voor mij persoonlijk blijft reizen lastig, vooral als je de tijdzones overgaat. Het verstoort het medicatieschema, wat voor ongemak zorgt. Ik zou blij zijn met een oplossing van de farmaceutische industrie, maar wat we nu hebben, werkt gelukkig redelijk goed.”

Hoe kan je een hypo en een hyper herkennen en wat kan je eraan doen?
De symptomen van een hypo en een hyper zijn heel gelijkaardig. Het is erg moeilijk om een hypo of hyper vast te stellen bij iemand die je niet kent. De symptomen kunnen per persoon verschillen.

Bij een hypo is de bloedsuikerspiegel te laag.
Symptomen:
– Bleek zien
– Zweten
– Trillen
– Hartkloppingen
– Hoofdpijn
– Duizeligheid
– Vermoeidheid
– Geen concentratie
– Vreemd gedrag (agressief, lacherig)
– Honger
– Flauwvallen

Wat te doen?:
Een hypo kan je verhelpen door suiker bij te geven door middel van suikerhoudende drankjes, zoals cola of Fanta, of door druivensuiker. Iets waar snelle suikers inzitten. Geen snack, want dat duurt te lang voordat die verteerd is en de suiker in het bloed terechtkomt. Je kan ook iets met koolhydraten eten, zoals een boterham. Koolhydraten geven namelijk langduriger glucose af, waardoor je het weer even volhoudt tot de volgende maaltijd.

Bij een hyper is de bloedsuikerspiegel te hoog.
Symptomen:
– Rood zien
– Misselijkheid
– Overgeven
– Troebel zien
– Lusteloosheid
– Duizeligheid
– Vermoeidheid
– Geen concentratie
– Vreemd gedrag (agressief, lacherig)
– Erge honger of juist geen honger
– Dorst
– Veel plassen
– Lastig ademhalen
– Adem ruikt aceton
– Flauwvallen

Wat te doen?:
Bij een beginnende hyper moet de persoon in kwestie insuline toedienen. Als insuline niet werkt is het verstandig om met een arts of behandelaar te bellen. Als een hypo of hyper lang duurt, kan de persoon flauwvallen of zelfs in coma raken. Als hij of zij het bewustzijn verliest, moet er direct naar het nummer 112 worden gebeld. Ook als de persoon moeite heeft met ademhalen, bel je direct 112. Dat kan namelijk wijzen op een zware hyper.

Auteurs | Julie De Herdt, Lise Vanderschueren, Agnetha Van Mieghem

Wil je dat anderen dit ook lezen? Deel!

Zeen is a next generation WordPress theme. It’s powerful, beautifully designed and comes with everything you need to engage your visitors and increase conversions.

More Stories
dr. Sevilay, oncoloog UZA
Jongvolwassenen moeilijk bereikbaar voor kankeronderzoeken