Doodse stilte in de Planet Group Arena op 10 november toen KAA-Gent speler Noah Fadiga tijdens de wedstrijd tegen Standard na 36 minuten in elkaar zakte, gelukkig kwam hij snel weer bij. Na verder onderzoek werd er een littekenweefsel op zijn hartspier ontdekt en kreeg hij een defibrillator ingeplant, waardoor de verdediger kan blijven voetballen. Het voorval roept veel vragen op over de monitoring van hartproblemen in de topsport.
(Foto: Martin Perin)
Wanneer bij topsporters een hartritmestoornis wordt ontdekt, kiest men er soms voor om een defibrillator te installeren. Sportraadgever Koen De Deckere van sportmedisch centrum Nottebohm Brecht legt uit hoe dit in zijn werking gaat: “Een defibrillator die intern wordt aangebracht monitort de hartslag. Wanneer er hartritmestoornissen optreden, wordt een elektrische impuls gegeven die het hartritme zal normaliseren.”
Ook Belgisch volleybaltalent Martin Perin kampte met hartproblemen en zakte in elkaar tijdens een oefenwedstrijd in 2022: “De periode erna had ik twijfels, maar ik werd gerustgesteld toen ik hoorde dat alle tests in het ziekenhuis goed waren.” Naar aanleiding van dit incident kreeg Martin een defibrillator ingeplant: “Het heeft mijn spel niet beïnvloed. De eerste week was ik een beetje bang. Maar toen ik eenmaal kon negeren dat ik een defibrillator in me had, slaagde ik erin terug te keren naar mijn beste niveau.”
Geruststellen
Na een tweede incident in 2024 waarbij de defibrillator zijn leven redde, moest Martin noodgedwongen op 21-jarige leeftijd een punt zetten achter zijn carrière. De oorzaak van zijn hartprobleem is altijd een mysterie gebleven.
Ook sportraadgever De Deckere ziet niet altijd problemen bij sporten met een defibrillator: “De meeste sporters waar ik mee werk kunnen zich eroverheen zetten. De defibrillator kan juist geruststellen omdat er meteen geholpen kan worden bij een acuut probleem.”
Juiste maatregelen
Om deze situaties te vermijden, koos men bij de Franse voetbalbond in 2019 voor een nultolerantie voor spelers met hartproblemen. De Deckere is kritisch voor deze maatregel: “Een nultolerantie is niet altijd nodig. Wanneer iemand aan balsport doet met een defibrillator kan er weinig gebeuren omdat er geen andere gevaren zijn zoals de hoge snelheid die bij wielrennen of autosport een zwaardere klap kan veroorzaken. Sowieso is het belangrijk om per persoon te kijken of hij verder kan sporten met een defibrillator.”
EHBO is essentieel; een hartprobleem kan iedereen altijd en overal overkomen.
In plaats daarvan benadrukt hij het belang van screenings: “Een screening is heel belangrijk. Vanuit jeugd- en amateurverenigingen mag er ook meer gecontroleerd worden zoals bij de profs. Sporters kunnen zich laten screenen, zeker als er een erfelijke factor aanwezig is of bij sporters die klachten hebben tijdens of na een inspanning.”
Volleyballer Martin benadrukt naast screenings het belang van EHBO: “Ik denk dat EHBO-training voor iedereen essentieel is, een hartprobleem kan iedereen altijd en overal overkomen. Met EHBO kun je levens redden; ik leef nog steeds omdat iemand wist wat hij moest doen. Een screening is belangrijk voor topsporters, maar zelfs als je wordt gescreend kan er alsnog iets gebeuren. Mijn lichaam werd goed opgevolgd en ik leefde heel gezond, maar toch kreeg ik hartproblemen. Het is ook gewoon pech soms.”