In het Vlaams en Brussels gewest startten vorig jaar 592 landbouwbedrijven, waarmee de stijgende trend sinds 2019 wordt voortgezet. Dat blijkt uit cijfers van Statistiek Vlaanderen. Ondanks de optimistische cijfers wijst Tessa De Prins, externe communicatiemanager bij de Boerenbond, op enkele uitdagingen voor de sector.
Sinds 2019 is het aantal startende landbouwbedrijven met 63 procent gestegen. Daarentegen waren 756 bedrijven genoodzaakt hun activiteiten stop te zetten in 2023. Dat heeft verschillende redenen volgens Tessa De Prins.
Pensioenleeftijd
“De leeftijdspiramide van de landbouwsector ligt vrij hoog. De gemiddelde leeftijd in de sector is 56 jaar, dus het zijn vooral mensen die de pensioenleeftijd bereikt hebben die stoppen”, legt De Prins uit. “Er zijn ook wel mensen die gewoon de boeken toedoen omwille van eerdere crises. Bijvoorbeeld in de varkenssector zijn er twee diepe crisissen geweest tussen 2018 en 2022”,, voegt ze daaraan toe.
Toekomstbestendig beleid
Dat is nog lang niet alles, want de wetgeving van ons land speelt daar ook parten in. “Landbouwers worstelen met rechtsonzekerheid, waaronder het onzekere vergunningenkader een belangrijke rol speelt. Daardoor is er geen toekomstperspectief.” meent de Boerenbond.
“Op beleidsniveau de toekomst bestendiger maken, dat betekent vooral rechtszekerheid bieden”, zegt De Prins. “Er is nood aan regelgeving waarop de landbouwers kunnen vertrouwen, een vermindering van administratieve lasten en een stabiel en duidelijk vergunningenkader”, verklaart ze.
Daarnaast wordt de sector op meerdere fronten beperkt. Zo verwijst De Prins naar het stikstofdecreet en de natuurherstelwet. “Daardoor krijgen onze boeren heel weinig toekomstperspectief en moeten ze tegelijkertijd aan heel hoge verwachtingen voldoen.”