Het is nu al een paar weken geleden dat ik mijn grootouders heb gezien, in levende lijve. Ik zie ze wel nog enkele dagen in de week via facetime uiteraard. Toen ze te horen kregen dat ze hun kleinkinderen niet meer konden zien, hebben ze een spoedcursus ‘facetime’ geleerd.
Dagelijks krijgen we een melding op ons scherm te zien om te facetimen. Het moeten niet altijd lange gesprekken zijn. Zolang ze onze stem maar even horen en ons kunnen zien, is hun dag compleet. Het is belangrijk voor hen om contact te blijven hebben met ons, zo vergeten ze even de nare dingen die in de wereld gebeuren. De schrik om gevangen te worden door het virus wordt elke dag groter. Maar door die paar minuten dat ze hun kleinkinderen kunnen zien door dat kleine schermpje vergeten ze even deze schrik. Hun bezigheid bestaat vooral uit puzzelen. Elke keer als we bellen, laten ze met trots zien hoe de puzzel is geëvolueerd. Beetje bij beetje wordt het een mooi geheel.
Ikzelf en de ander gezinsleden in huis vinden het ook fijn om onze dag te vertellen aan iemand anders dan onszelf. De 2 lieve gezichtjes zien van mijn oma en opa doet ons allemaal deugd. Weten dat ze nog niet ziek zijn en zich nog niet hebben overgegeven aan de verveling geeft ons hoop. Het is maar een klein gebaar maar toch betekent het zoveel.