Nathalie Verboven is de bezielster van Ayni, een project waarbij ze een paar jaar op rij mensen meenam op groepsreis naar Peru. Ze werd geprikkeld om dat te doen door het sjamanisme en de schoonheid van het Zuid-Amerikaanse land.
Wat is het sjamanisme?
‘Voor mij betekent het sjamanisme een andere manier van leven waarbij je meer verbonden bent met de natuur, met de fauna, en met jezelf. In Peru betekent het sjamanisme het eren van de bergen en de rivieren en de mogelijkheid tot het vragen voor hulp aan deze entiteiten om iemand te genezen, om iemand een beter leven te geven, et cetera. Ik kwam eigenlijk in contact met Peru via het boek ‘Reis naar Q’Eros’ van Elizabeth Jenkins. Ik was meteen overtuigd en dacht: Hier wil ik naartoe. Ik wou de sjamaan ontmoeten en zo ben ik voor het eerst vertrokken in 2001. Daar verbleef ik bij een familie, ik leerde Spaans en ik zei hen dat ik een sjamaan wilde zien. Toevallig kenden de mensen waarbij ik verbleef iemand en zo kwam ik voor het eerst in contact met een sjamaan die me dingen leerde over energie en hoe zij de dingen waarnemen omdat het ook een kwestie is van het anders waarnemen van de dingen.’
Wat maakt hun cultuur zo verschillend van de onze?
‘Hier, in onze cultuur praten we vaak over goed en kwaad wat gebaseerd is op het christendom. Daar praten ze over de energie van de dingen, wat een veel positievere en constructievere manier is om te reflecteren op de dingen. Uiteindelijk is het een filosofie waar alles geaccepteerd wordt. Er is niets waarvan je zegt: Oh dat is slecht, of dat kan niet. Nee, in hun ogen zijn dergelijke dingen, gebeurtenissen of gevoelens gewoon zwaar. En dingen die zwaar zijn, worden aan Pasja Mama gegeven. Pasja Mama is Moeder Aarde, die de zware dingen gaat omzetten in iets beters.’
Waar komt de naam Ayni vandaan?
‘Het is eigenlijk altijd een uitwisseling tussen de natuur en jezelf en daar komt ook het woord Ayni vandaan. Ayni staat voor wederkerigheid en dat is een zeer belangrijk element in de cultuur van de bevolking van Peru. Het betekent letterlijk: Ik geef aan jou en ik krijg er iets voor terug. Je moet weten dat Indianen niet weten hoe ze alleen moeten leven, in hun ogen heb je anderen nodig. Om samen te leven, om hulp te krijgen en zo voort. Ik vind het dus een heel mooie filosofie omdat ze gebaseerd is op ‘wij’ en niet op ‘ik’, dus het is veel minder egocentrisch dan onze cultuur.’
Wat inspireerde jou om je interesse voor Peru te delen met anderen en ze mee op reis te nemen naar Peru?
‘Ten eerste is het gewoon zo’n mooi land. De natuur is oogverblindend door de maagdelijkheid van die plek. Hier in Europa moet er altijd maar meer. Men moet meer bouwen, je ziet alsmaar meer auto’s, en ook alsmaar meer stress. Daar is het voor mij eigenlijk een plek voor mensen om te leven in de natuur, met veel minder afleiding dan bij ons. Als ik daar ben, voel ik me verbonden met deze grandioze natuur. Dus in feite was het de liefde voor dit land en voor de mensen die mij ertoe bracht om anderen te vragen om met mij mee te gaan. De mensen daar zijn zo bijzonder, ze hebben een hard leven en werken hard, maar ze hebben een zekere naïviteit en ze lachen zo gemakkelijk. Het is werkelijk hartverwarmend.’
Een nieuw leven
Het organiseren van die groepsreizen komt nu tot een einde omdat je deze zomer verhuist naar Peru. Waarom kies je ervoor om voorgoed in Peru te gaan wonen?
‘Zoals ik net al zei, heb ik een zeer grote liefde voor dat land. Ik ben ondertussen al bijna twintig keer geweest en voel me er heel goed. Ik hou ook van de rust en ik heb er de stress niet zoals ik die hier wel heb. Natuurlijk omdat het twee verschillende werelden zijn: Daar heb je een inheemse wereld die absoluut niet industrieel is, die echt gebaseerd is op de verbinding met de aarde en met het hart. Wij leven in een westerse wereld. Alles is gebaseerd op technologie en vooruitgang. Ik geloof dat we door die twee werelden samen te brengen, iets moois kunnen creëren. Ik denk dat ik daar veel dingen ga leren die ik hier waarschijnlijk niet zou leren en ik denk ook dat zij veel dingen kunnen overnemen, zoals onze kennis. Als je dat allemaal samenvoegt, denk ik dat je iets moois kunt creëren en dat vind ik erg interessant.’
Vind je het niet moeilijk dat je je leven hier achter laat om het daar opnieuw op te bouwen?
‘Nee, want ik vind dat er daar veel meer mogelijkheden zijn dan hier. We leven hier in een maatschappij met steeds meer restricties en steeds minder mogelijkheden. Aan de andere kant hebben we daar wel veel minder, maar eigenlijk volg ik gewoon mijn hart. Ik volg mijn hart om te doen wat mij blij maakt en wat goed voelt. Ik heb ook bewust geen man of kinderen, en mijn hond gaat met me mee dus ik verlaat niemand uit mijn nabije omgeving. Ondanks de lange afstand, kan ik ook nog steeds terugkomen en in contact blijven met vrienden en familie via WhatsApp of wat dan ook dus nee, ik ben absoluut niet bang om mijn leven daar opnieuw op te starten.’
Het door jou geliefde boek Mamita van Inez van Oord gaat over een Nederlandse vrouw en haar ervaring in Peru en dat ook zij als westerling levensbedreigende momenten heeft meegemaakt zoals de inheemse bevolking zelf ook meemaakt, heb je daar geen schrik voor?
‘Nee, daar ben ik niet bang voor. Ik denk niet dat het leven daar gevaarlijker is dan hier. Het leven kan hier evengoed gevaarlijk zijn. Het is waar dat de dame uit het boek, Helena, moeilijke dingen heeft meegemaakt, maar daar denk ik niet aan. Ik richt me niet op wat er zou kunnen gebeuren. Maar voor mijn project daar ga ik bij een Indiaanse familie wonen en die zijn altijd met een grote groep dus ga ik nooit alleen zijn. Helena daarentegen woonde alleen met twee vrouwen en zeven kinderen, wat een stuk gevaarlijker is. Ik was vorig jaar op bezoek bij haar project en toen zag ik dat er nu wel 24/7 een bewaker aanwezig is. Maar ja, ik denk daar niet aan net zoals ik er hier ook niet aan denk, anders zou je niet kunnen leven.’