Boris Rudic
Van gedragsproblemen naar karatepassie:
Wat doe je als je achtjarige zoon in de lagere school opvalt door zijn gebrek aan respect voor gezag, zijn druk gedrag en zijn onvermogen om zich te concentreren? De ouders van deze jonge karateka stelden zichzelf exact die vraag. Ze wisten dat er iets moest veranderen. De oplossing vonden ze niet in een straf, maar in een sport: karate. Een beslissing die het leven van hun zoon volledig op zijn kop zou zetten in de best mogelijke zin.

Een begin met tegenzin
“Ik ben begonnen met karate toen ik acht jaar was,” vertelt hij. “Niet omdat ik dat zelf wilde. Mijn gedrag op school was slecht, ik luisterde niet naar de leerkrachten en ik had gewoon weinig discipline. Mijn ouders waren het beu.”
Ze gingen op zoek naar een sport die hem kon leren omgaan met regels, respect en zelfbeheersing. Hun zoektocht bracht hen uiteindelijk bij karate, een sport die niet alleen het lichaam traint, maar ook karakter vormt. “Eerst zag ik het echt niet zitten. Ik ging met tegenzin naar de trainingen. Maar na een tijd begon ik het door te krijgen. De technieken, de structuur, het begon te klikken.”
“Zo is die passie ontstaan. Niet van de ene dag op de andere, maar beetje bij beetje.”
Een week in het leven van een topsporter
Vandaag is karate niet zomaar een hobby meer, het is een levensstijl geworden. Zijn weekschema laat weinig ruimte voor rust.
- Maandag: technische training met nadruk op kata’s en kihon. “Dat zijn basistechnieken en vaste vormen. Ze lijken eenvoudig, maar vragen enorm veel concentratie en beheersing.”
- Dinsdag: training speciaal voor zwarte banden, een select groepje gevorderde karateka’s. “Daar ben ik altijd bij. Het niveau ligt hoog, dus je moet scherp zijn.”
- Woensdag: wedstrijdtraining in Schoten, gericht op competitie en explosiviteit.
- Donderdag en vrijdag: opnieuw kata en kihon, maar ook wedstrijdtraining in zijn eigen dojo in Mortsel.
- Zaterdag: optioneel, afhankelijk van hoe hij zich voelt. “Als ik in topvorm ben, train ik ook op zaterdag.”
- Zondag: rustdag. “Die is nodig, anders raak je overbelast.”
“In een goeie week train ik zes dagen op zeven. Het vraagt veel, maar ik doe het graag.
Dromen op het podium
Zijn ambities zijn duidelijk, maar ook realistisch. “Ik droom niet per se van een wereldtitel, al zou dat natuurlijk prachtig zijn. Mijn doel is om op termijn een podiumplaats te behalen op een Europees of wereldkampioenschap. Ik heb daar zelfs over gedroomd, dat ik net op dat podium stond. Die droom motiveert me.”
Maar zijn droom gaat verder dan enkel zelf presteren. “Ik wil later misschien een eigen karateclub openen. Niet alleen om mijn kennis door te geven, maar ook om andere jongeren te begeleiden die, net als ik vroeger, wat verloren zijn.”
Topsport combineren met studie
Naast zijn sportleven is hij ook student aan de hogeschool. “Elk jaar vraag ik een topsportstatuut aan. Dat zorgt ervoor dat ik examens mag verplaatsen of lessen mag inhalen als ik moet reizen voor een internationale wedstrijd.”
Toch is het niet altijd makkelijk om sport en studie te combineren. “Als het echt te veel wordt, kies ik voor school. Karate op topniveau is niet evident in België. Er zijn weinig sponsors of subsidies. In Japan bijvoorbeeld is dat anders, daar kan je echt leven van karate. Hier niet. Daarom investeer ik ook in mijn opleiding.”
Tijdens examenperiodes schakelt hij over op solo-trainingen. “Ik heb de sleutel van mijn dojo, dus ik kan trainen wanneer ik wil. Ik gebruik het ook als mentale pauze tussen het studeren door.”
Tijd voor vrienden, familie en auto’s
Je zou denken dat een leven vol sport en studie weinig ruimte laat voor ontspanning, maar hij weet een goede balans te vinden. “Niet elke week ziet er hetzelfde uit. Soms sla ik bewust een training over om tijd te maken voor familie of vrienden.”
Antwerpen, zijn thuisbasis, maakt dat makkelijker. “Alles ligt dicht bij elkaar. En mijn omgeving begrijpt mijn levensstijl. Mijn ouders zijn trots op wat ik bereikt heb. Ze weten vanwaar ik kom en dat maakt het voor hen des te mooier.”
En dan is er nog een tweede passie: auto’s. “Ik ben echt een autofan. Na mijn studies zie ik mezelf in die sector terechtkomen. Misschien een eigen car wash of garage beginnen. Eerst ervaring opdoen bij een bedrijf, en daarna iets voor mezelf beginnen.”
De toekomst: sport en ondernemerschap
Als hij nadenkt over de toekomst, vijf à tien jaar vooruit , ziet hij een leven vol mogelijkheden. “In de sport hoop ik op veel ervaring, misschien een podiumplaats op een EK of WK, en een eigen club. Buiten de sport wil ik mijn diploma halen en iets in de autowereld opstarten.”
Wat hem het meeste drijft? “Andere kinderen inspireren die misschien ook een moeilijke start hadden. Ik wil tonen dat je altijd kan groeien, als je er maar voor gaat.”
“Ik begon met tegenzin, maar kijk waar ik nu sta.”
Zijn verhaal is het bewijs dat een moeilijke start niet het einde hoeft te zijn. Dat structuur, discipline en doorzettingsvermogen een mens kunnen vormen. Karate was voor hem niet alleen een sport, maar ook een soort van reddingslijn. Vandaag is hij een gedreven topsporter, een ambitieuze student, en een jongvolwassene met een duidelijke blik op zijn toekomst
Jens de Keersmaeker
De 19-jarige wielrenner Jens de Keersmaeker vertelt hoe hij zijn leven als topsporter beleeft en hoe hij persoonlijk de balans vindt tussen sport, school en privéleven. Hieronder vind je het audiobericht waarin hij meer uitleg geeft over zijn topsport carrière.
Eran Tuypens
Hij is 19 jaar, verdediger bij de Young Reds van Royal Antwerp, en leeft voor het voetbal: Eran Tuypens neemt je kort mee door een gemiddelde dag in zijn leven.
Thomas Debreuck
Voormalig basketbalspeler bij de Antwerp Giants, Thomas Debreuck, blikt in dit audiobericht terug op zijn periode als topsporter. Hij vertelt hoe hij die intense fase van zijn leven heeft beleefd, welke uitdagingen hij onderweg tegenkwam en hoe het nu met hem gaat na zijn carrière in de sport
Nathaniel Fernandez
“Powerliften is mijn passie, maar mijn diploma is mijn toekomst” Een gesprek met Nathaniel Fernandez (19) over sport, discipline en dromen
De 19-jarige Nathaniel Fernandez is student internationaal ondernemen en een gepassioneerde powerlifter. Wat begon als een TikTok-trend groeide uit tot een serieuze sportcarrière. Toch blijft school zijn prioriteit. “Mijn ouders hebben altijd gezegd: jij gaat een diploma halen.” In dit interview vertelt Nathaniel over zijn sport, ambities en hoe hij zijn leven tussen studie, topsport en vrije tijd in balans houdt.

Hoe ben je eigenlijk begonnen met powerliften?
“Heel eerlijk? Via TikTok. Powerliften was enorm trending op mijn for you page. Steeds weer zag ik filmpjes van mensen die zware gewichten tilden, en dat intrigeerde me. Op een gegeven moment ben ik zelf voor de grap begonnen met zwaarder trainen in de gym. Tot mijn verbazing bleek ik er goed in te zijn. Daarna zag ik een coach die me verder kon begeleiden, en zo ben ik er serieuzer in gerold. Inmiddels ben ik vier jaar bezig.”
Hoe ziet een gemiddelde trainingsweek eruit voor jou?
“Ik train meestal vijf tot zes keer per week. Daarbij focus ik me minstens twee keer per week op elk van de drie hoofdonderdelen van powerliften: squat, bench press en deadlift. Dat zijn de kern van de sport. Daarnaast doe ik ook ondersteunende oefeningen om mijn techniek en kracht te verbeteren. Denk aan varianten van die hoofdbewegingen of accessoires zoals pull-ups en lunges. Het vereist veel discipline, maar ik doe het graag.”
Heb je een specifiek doel of droom binnen de sport?
“Ik heb geen droom om er mijn leven van te maken, als ik eerlijk ben. Powerliften is een passie, geen levensplan. Mijn echte toekomst ligt waarschijnlijk in het ondernemerschap. Ik studeer internationaal ondernemen en zie mezelf later eerder als zelfstandige, misschien zelfs in het buitenland. Maar zolang het haalbaar is, blijf ik powerliften op hoog niveau.”
Waar ben je het meest trots op in je powerliftcarrière tot nu toe?
“Ik heb twee keer meegedaan aan het Belgische kampioenschap en ben daar beide keren tweede geworden. Ook bij het Vlaamse kampioenschap stond ik drie keer op het podium. Daarnaast heb ik me gekwalificeerd voor het Europees kampioenschap. En op mijn zeventiende stond ik op het punt om een nationaal record te breken. Het is niet gelukt, maar ik was wel het gesprek van de dag en daar ben ik trots op.”
Hoe ga je om met tegenslagen, zoals blessures of mindere prestaties?
“Blessures heb ik gelukkig nog nooit gehad, ook al train ik al vier jaar intensief. Wat prestaties betreft, natuurlijk gaat het niet altijd zoals je wilt. Soms train je maandenlang en val je toch buiten het podium. In zulke gevallen is mijn aanpak simpel: terug naar de basis. Beter trainen, beter slapen, slimmer herstellen.”
Hoe combineer je topsport met een voltijdstudie?
“Planning is alles. Ik probeer mijn trainingsmomenten rond mijn lessen te plannen, s ’ochtends vroeg, of ‘s avonds laat. Soms is het pittig, vooral als ik ook nog moet werken naast mijn studie en sport. Maar als je structuur aanbrengt in je week, dan is het wel te doen. Het vraagt gewoon wat discipline en flexibiliteit.”
En als het even echt te veel wordt?
“Dan gaat de sport op pauze. School is belangrijker. Ik weet dat dat misschien niet klinkt als iets wat een topsporter zegt, maar ik ben ervan overtuigd dat een diploma mij op lange termijn verder helpt. Powerliften is iets wat ik nu kan doen, maar een diploma opent deuren voor de rest van mijn leven.”
Waarom is dat diploma voor jou zo belangrijk?
“Mijn ouders zijn allebei afkomstig uit het buitenland en hebben beiden geen diploma. Zij hebben altijd hard gewerkt om mij kansen te geven die zij nooit hadden. Ik ben met het idee opgegroeid dat ik moet studeren om iets te bereiken. Natuurlijk geloof ik ook dat je veel kunt bereiken zonder diploma, maar ik wil die zekerheid en erkenning wel hebben. Voor mezelf, maar vooral voor mijn ouders.
Heb je naast school en sport nog tijd voor vrienden of ontspanning?
“Zeker. Mijn vriendin zie ik minstens één à twee keer per week, en we bellen elke dag. Mijn vrienden zie ik vaak in de gym of rondom school. En ja, ik doe ook aan boksen, dat is een andere hobby van mij.
Hoe reageert je omgeving op jouw leven als topsporter?
“Ze steunen me enorm. Mijn familie probeert altijd aanwezig te zijn bij belangrijke wedstrijden zoals het Vlaamse of Belgische kampioenschap. Ook mijn vrienden steunen me en tonen interesse. Ze weten dat ik serieus bezig ben met mijn sport, en daar tonen ze respect voor. Dat waardeer ik enorm.”
Waar zie je jezelf over vijf à tien jaar, zowel in als buiten de sport?
Ik zie mezelf dan nog steeds trainen, maar waarschijnlijk niet meer op competitieniveau. De blessurerisico’s zijn hoog, ik zie veel mensen om me heen met rug- of knieklachten. Gezondheid komt op de eerste plaats. Buiten de sport hoop ik dan mijn diploma op zak te hebben, zelfstandig te zijn, misschien een eigen vennootschap en wie weet woon ik dan niet meer in België, maar in het buitenland.
Nathaniels verhaal laat zien dat topsport en studie hand in hand kunnen gaan als je duidelijke keuzes maakt en prioriteiten stelt. Zijn kracht ligt niet alleen in de gewichten die hij tilt, maar ook in zijn visie op de toekomst.
Roos Willemsen
Wat betekent het om op 19-jarige leeftijd voetbalster te zijn bij een club als KV Mechelen? Roos Willemsen deelt haar persoonlijke ervaring en geeft ons een blik achter de schermen van haar leven als jonge topsporter.
Johan Vervloet & Jolly Van Looy
Thomas Vervloet is 16 jaar en voetbalt bij topclub Anderlecht. Achter zijn sportieve prestaties schuilt een intens leven waarin niet alleen hij, maar ook zijn ouders een cruciale rol spelen. In dit interview delen zij hoe het is om een kind in de topsport te begeleiden: van dagelijkse opofferingen tot trots en onzekerheden, en hoe hun leven mee verandert met dat van hun zoon.
Dries Verlinden
De mentale uitdagingen van jonge topsporters
Dat topsport met school en privéleven combineren een pittige uitdaging is, weet sportpsycholoog Dries Verlinden. In dit interview vertelt hij welke mentale obstakels jonge sporters tegenkomen en hoe ze daarmee om kunnen gaan.

De combinatie topsport en studies: geen evidentie
Jonge topsporters leven in een druk schema. Ze trainen meerdere keren per week, hebben wedstrijden in het weekend en moeten daarnaast ook gewoon hun schoolwerk doen. “Dat vraagt enorm veel discipline,” zegt Verlinden. “Als jonge sporter moet je keuzes maken. Je kunt niet overal bij zijn. Soms betekent dat dat je een feestje moet laten schieten omdat je de volgende dag een belangrijke training hebt.”
Volgens Verlinden draait het bij die combinatie vooral om intrinsieke motivatie. “Als je zelf niet echt gemotiveerd bent, wordt het heel moeilijk om vol te houden. Je moet als sporter bereid zijn om opofferingen te doen. En dat vraagt niet alleen doorzettingsvermogen, maar ook het vermogen om goed te plannen en je tijd verstandig in te delen.”
Vroege signalen van mentale overbelasting
Wat gebeurt er als die balans begint te wankelen? Verlinden ziet vaak dezelfde signalen terugkomen. “In het begin zie je dat sporters nog wel hun afspraken nakomen, maar zonder goesting. Ze beginnen zich af te vragen: waarom doe ik dit eigenlijk nog? Dat is een eerste alarmsignaal.”
Vervolgens komen er vaak ook daling in prestaties, zowel op school als in de sport. “Ze haken niet meteen af, maar de kwaliteit van wat ze doen gaat achteruit. Uiteindelijk kan dat leiden tot een drop-out, waarbij ze stoppen met school of met sport.” Die mentale belasting bouwt zich geleidelijk op en wordt vaak pas laat herkend.
Faalangst en prestatiedruk: werken aan zelfvertrouwen
Jonge topsporters ervaren ook veel prestatiedruk. Ze willen presteren voor zichzelf, voor hun coaches, voor hun ouders en soms ook voor hun sponsors of de buitenwereld. Verlinden begeleidt deze sporters door hen sterker te maken in hun zelfvertrouwen en zelfredzaamheid.
“We werken aan doelen stellen, focussen, en leren omgaan met emoties. Het is belangrijk dat ze leren voelen hoe het met hen gaat en hoe ze zichzelf kunnen bijsturen. Op die manier geef je hen tools in handen om met faalangst en druk om te gaan. Niet door het voor hen op te lossen, maar door hen zelf sterker te maken.”
Ouders en coaches: steunpilaar of extra druk?
De rol van ouders en coaches is cruciaal. “Ouders zijn vaak heel betrokken. Ze rijden mee naar trainingen, zorgen voor gezonde voeding, en leven intens mee. Dat is positief, maar het is belangrijk dat ze hun kind niet alleen als ‘sporter’ zien, maar ook als persoon.”
Verlinden adviseert ouders om te blijven steunen, maar vooral ook te blijven zien wie hun kind is buiten de sport. “Een sporter is ook een leerling, een vriend of vriendin, een kind. Die andere identiteiten zijn even belangrijk. Coaches kunnen op hun beurt veel betekenen door aandacht te geven aan het mentale welzijn van hun atleten, niet alleen aan de prestaties op het veld.”
Overbelasting en burn-out bij jongeren
Kan een jonge sporter ook in een burn-out terechtkomen? “Absoluut,” zegt Verlinden. “Het gebeurt vaker dan men denkt. Zeker bij sporters die op hoog niveau actief zijn en tegelijk hun studies willen afmaken. Hoe hoger het niveau, hoe moeilijker die combinatie wordt. Gelukkig bestaan er wel systemen zoals examenspreiding, maar dat neemt niet weg dat de druk erg groot kan zijn.”
Verlinden benadrukt dat het belangrijk is om tijdig in te grijpen. “Het herkennen van de signalen en het bespreekbaar maken van die mentale belasting is essentieel. Een burn-out kan zware gevolgen hebben, niet alleen voor de sportprestaties, maar ook voor het algemene welzijn.”
Jongens versus meisjes: kleine verschillen, grote impact?
Zijn er ook verschillen tussen hoe jongens en meisjes omgaan met mentale druk? Verlinden nuanceert. “Over het algemeen zien we dat meisjes tijdens de puberteit wat sneller rijpen. Ze zijn vaak beter in plannen en kunnen soms beter omgaan met de eisen van een druk leven. Maar elk individu is anders. Je kunt dat niet in zwart-wit termen uitdrukken.”
Het belang van rust en herstel
In het leven van een topsporter is rust en herstel minstens zo belangrijk als de trainingen zelf. “Je lichaam heeft herstel nodig na fysieke inspanning, maar ook na mentale inspanning zoals studeren. Slaap is daarin enorm belangrijk.” Verlinden ziet dat jongeren zich daar niet altijd van bewust zijn. “We moeten hen leren om niet de hele avond op hun smartphone te zitten en het belang van slaap serieus te nemen. Mentale frisheid is essentieel voor prestaties.”
Praktische tips voor jonge sporters
Tot slot deelt Verlinden een paar praktische adviezen voor jonge sporters die mentaal gezond willen blijven:
- Investeer in vriendschappen
“Vrienden zijn belangrijk voor ontspanning en mentale steun. Zorg dat je die blijft onderhouden.” - Zoek een leuke trainer
“Een coach die je motiveert en begrijpt, kan een wereld van verschil maken.” - Blijf jezelf afvragen of je de sport nog graag doet
“Passie is de motor. Als die er niet meer is, moet je durven reflecteren.” - Hou notities bij over hoe je je voelt
“Schrijf na trainingen of wedstrijden op wat je goed deed, wat je voelde en wat je energie gaf. Zo leer je jezelf beter kennen en kun je bewuster keuzes maken.”
De mentale belasting voor jonge topsporters is niet te onderschatten. Dries Verlinden pleit voor meer aandacht voor de mens achter de sporter. Met de juiste begeleiding, voldoende rust en een sterk netwerk kunnen jongeren niet alleen uitblinken in hun sport, maar ook mentaal gezond blijven.