Het halftijds afstandsonderwijs zou beter rekening houden met vriendengroepen. Dat blijkt uit een Amerikaans en Duits onderzoek. Uit gegevens van 14-jarigen in Nederland, Duitsland, Zweden en Engeland, berekenden ze het besmettingsgevaar van verschillende strategieën.
Sinds 16 november verlopen de lessen met halfvolle klasgroepen. Toch word er in sommige Vlaamse scholen nog steeds lesgegeven aan volle klaslokalen. Biostatisticus, Geert Molenberghs, spreekt dan over een niet optimaal onderwijssysteem. “Er is degelijk een grote epidemiologisch winst te boeken door 2de en 3de graad in hybride onderwijs (zowel online als op school) te plaatsen. De mobiliteit en contacten nemen dan behoorlijk af. Maar in een halve klas reduceer je de contacten nog verder doordat de leerlingen makkelijker afstand kunnen houden”.
Om de klas in twee te delen, kan je dus meerdere strategieën toepassen. Eén daarvan werkt met netwerkkettingen. Dat is een klasverdeling waar de leerkrachten aan populaire kinderen vragen met welke klasgenoten zij contact hebben buiten school. Op basis daarvan wordt de klas gehalveerd. Maar zorgt dat niet voor uitsluiting, ergernissen, …? “Dat is zeker niet voorzien in de scenario’s, daar is sprake van halve klassen zonder meer. Zelf denk ik dat allerlei goedbedoelde variaties op het thema inderdaad meer nadelen hebben dan voordelen en vaak ook hopeloos complex zijn”.
Er wordt gesproken over klasgenoten die elkaar buiten school zien, maar dat is toch net niet de bedoeling? “Leerlingen kunnen naar school gaan, daar waar andere landen drastischer maatregelen genomen hebben. Maar het naschoolse zorgt voor meer mogelijkheden op besmetting dus dat wordt best even verminderd”.
Toch zou deze netwerkketting strategie voor 80% minder vermenging van bubbels zorgen buiten schoolcontext dan bij een willekeurige splitsing. Stel, Vlaanderen wil deze methode toepassen. Wat zijn de struikelblokken? “Heel veel overlast en extra werk, voor iets wat hopelijk geen al te lange periode moet duren. Ook, het is niet waterdicht, sommigen zullen niet in het systeem passen. Een simpele, heldere regel is het beste, en zal als eerlijker gepercipieerd worden”.
Over het algemeen komen erg veel ideeën en voorstellen op het onderwijs af. Vindt u dat elk idee of voorstel in overweging genomen moet worden? “Geen enkele expert of adviseur heeft de waarheid in pacht, dus het is altijd zinvol van ideeën te overwegen. Maar anderzijds zijn er draaiboeken en is er sociaal overleg van het onderwijsveld. Via die weg komen ideeën wel op tafel en dan krijg je een ordelijk beslissingsproces”.
Colofon | Naam | |
Tekst | Romy Deridder | |
Eindredactie tekst | Jana Gudernatsch, Eva Geers & Matilda Jack | |
Eindredactie online | Jules Meyvis, Luka Dams & Romy Deridder |