De maatregelen die genomen zijn om het coronavirus tegen te gaan werden de eerste dag niet serieus genomen. Het was een zonnige dag en de parken waren vol, hoewel de speeltuinen dicht waren.
Er hing een rustige maar ook muffe sfeer in de lucht. Veel jongeren waren dan ook buiten en genoten van het weer. De verschillende media brachten om het uur een nieuw artikel uit over de crisis.
Ouders maakten zich op dat moment het meeste zorgen. Elk kind dat buiten was werd om het uur lastiggevallen door een van zijn of haar ouders. Voor de ouders was dit een logische zaak in deze toestand maar het kind vond dat overdreven. Die meningen veranderden na verloop van tijd. De ouder werd de situatie gewoner en het kind leerde om dingen virtueel te doen en meer thuis te blijven.
Veel mensen namen de kans om op dat moment hun huis op te ruimen. Je hoorde altijd ergens wel een stofzuiger aanstaan die gebruikt werd of iemand die liet weten via sociale media dat ze aan het opruimen zijn. Zo’n dingen lieten de situatie minder ernstig voelen.
Het buitengaan werd beetje bij beetje echt vermeden. Uiteindelijk zitten de mensen die de situatie ernstig nemen nu thuis opgesloten en de mensen die het minder kan schelen gaan rustig wandellen en genieten van het goede weer dat tijdens het coronavirus opdook.
Beetje bij beetje beginnen landen de crisis serieus te nemen; grenzen worden gesloten, bijna al het werk wordt virtueel en contacten worden op een minimum gehouden. De corona crisis is het dichtste dat we komen bij wereldvrede.