We zitten ondertussen twee weken in quarantaine. Als dit al lang leek, wacht maar tot je hoort dat we hoogstwaarschijnlijk nog wat langer thuis mogen zitten. Overal hoor ik mensen klagen dat “het ondertussen wel eens gedaan mag zijn.” Iedereen is het coronavirus ondertussen beu geworden. Studenten missen hun vrienden en een groot aantal volwassenen is tijdelijk werkloos.
Overal zie je mensen die proberen hun tijd nuttig te spenderen zonder in te storten van verveling en iedereen doet dat ook op zijn eigen manier. Verschillende mensen houden zich nu creatief bezig. Een van mijn beste vrienden gebruikt deze tijd bijvoorbeeld om te schilderen, een andere plaatste een recreatie van een Doja Cat concert op haar Instagram. Ikzelf kan nu ook de officiële choreografie van een Selena Gomez hit meedoen.
Thuis wordt er bij mij nu veel in de tuin gewerkt. Zelf werk ik er niet graag, maar buiten zitten met de kat terwijl ik een boekje lees, is ook nuttige bezigheidstherapie. Het allerbeste medicijn tegen de stress van al die negatieve berichtgeving voor mij is om met zonsondergang een fietstochtje door een bos te maken. Er is geen kat te zien en het geluid van de wind door de bomen terwijl je van de afkoeling na een warme dag geniet, is zalig.
Soms vind ik het ook leuk om door mijn raam naar buiten te kijken naar de mensen die op straat zijn. Vaak is het iemand met een boodschappentas of hond. Toch zie je soms een paar mensen samen en zie je ze allemaal anderhalve meter afstand houden. Dat hoort natuurlijk zo, maar het is toch nog steeds een vaag zicht om te zien.