dit-ben-jij tekening
Mara Verheyen

Tussen vier muren

3.

Mijn ogen doen pijn als ik ze open. Mijn hart raast als een bezetene.
Ik kijk naar de wekker op mijn nachtkastje. Half elf. Mijn lichaam is een log gewicht dat zich tegen mijn matras aanduwt. De zwaartekracht werkt als een magneet, waardoor ik elke ochtend weer het gevoel heb dat ik ga blijven plakken. Vandaag voelen benen aan als betonnen blokken die me naar beneden trekken.
Ik slaak een lange zucht terwijl ik de scheurtjes in het plafond tel.
Een half uur later beslis ik dat ik best opsta als ik nog iets aan mijn dag wil hebben. Ik duw mezelf traag van mijn bed en ontwijk de spiegel. Zodra ik in de keuken ben zet ik de radio af en de waterkoker aan.
Ik hoor vanuit de woonkamer de televisie. Het lijkt erop dat er een tennis-match bezig is, één van onze nieuwste interesses. Ik schenk mezelf een tas koffie in en wandel naar de woonkamer. Traag maar zeker komen de herinneringen van mijn droom terug.
Mijn ademhaling hapert als ik hem in de zetel zie zitten. Hij heeft zijn grijze joggingbroek aan en een zwart T-shirt. Zijn haar is warrig, en hangt ondertussen bijna voor zijn bruine ogen.
Hij wil zijn haar wat langer laten groeien, omdat hij dat nog nooit had gedaan. Ik vond het eerst grappig, maar nu merken we allebei dat hij er beter mee staat dan zijn gewoonlijke haar.
Ik herinner me hoe hij eruit zag in mijn droom. Waarom heb ik dat gedroomd? Ik zou hem nooit van mijn leven pijn willen zien lijden. Is mijn onzekerheid me aan het achtervolgen in mijn dromen?
“Wat is er?” Ik schrik op van zijn stem. Zijn ogen staan ongerust, hij klopt op het plekje naast hem op de zetel. Ik slik even en zet me neer. “Ik heb een hele rare droom gehad.”
Hij zet de televisie af en kijkt me recht in de ogen. “Oké.” Hij draait zich naar me om. “Wil je me vertellen waar ze over ging?”
Ik houd mijn hoofd schuin. De droom komt terug in flitsen. “Ik…” Ik schud mijn hoofd even. “Ik wil niet dat je denkt dat ik het ooit zou doen.” Ik zwijg. “Wat er in mijn droom gebeurde.”
Mike knikt en neemt mijn hand vast. Hij is te lief voor deze wereld.
“Ik droomde over het huis…” Ik vertel hem elk detail van mijn droom. “Dus ja…” zeg ik wanneer mijn uitleg tot een slot komt, “dat lijk…” Mijn ogen beginnen te tranen. Ik heb geen idee waar dit allemaal vandaan komt.
“Ik denk…” Mike bijt op zijn lip en verzet zich een beetje. “Verbeter me als het niet zo is. Maar ik denk dat je bang bent dat alles gaat veranderen.”
Het blijft stil.
“Het is niet dat je dit niet gaat aankunnen, want je bent zó moedig,” vult hij zichzelf snel aan, “maar ik weet dat je een hekel hebt aan verandering. En misschien dat je op één of andere manier controle wil hebben.”
“Over jou?” reageer ik.
“Over ons.”
Ik denk aan de stress die ik de laatste dagen voelde. Mijn handen werken bijna niet meer mee, waardoor ik twee tassen liet vallen, en dat leek me een voorbode. Een voorproefje. Ik was bang dat ik alles ging moeten opgeven. Ik was bang dat ik Mike moest opgeven. Dat ik mijn leven moest opgeven.
Mike vindt bevestiging in mijn blik en zucht zachtjes. “Deze situatie is rot. Ze zal ons leven sowieso beïnvloeden of veranderen.” Ik kijk naar de details op zijn gezicht, zodat ik hem niet moet aankijken. De kuiltjes in zijn wangen verdwijnen en verschijnen bij elk woord dat hij uitspreekt. “Dat betekent echter niet dat wij plots veranderen.
“Ik ga niet vertrekken,” zegt hij. “Als dat is wat je denkt.’ Hij legt zijn wijsvinger onder mijn kin en zoekt mijn blik. ‘Ik houd van je om wie je bent. Ik ga niet opeens vertrekken omdat je ziek bent.”
Ik slik en kijk hem aan zijn bruine ogen. “Ik wil niet als gewicht aan je schouders hangen.”
Hij schuift dichterbij, hoofdschuddend. “Je bent geen gewicht, Maya. Je bent nog altijd, jij. Degene waarvoor ik viel. En degene waarbij ik blijf. Ik zou hypocriet zijn als ik binnen één tel vertrek omdat iets tegenzit.”
Ik adem langdurig uit en leun met mijn voorhoofd tegen zijn schouders. “Ik ben bang.”
Hij slaat zijn armen om me heen. Ik verstop mijn gezicht in zijn nekholte. Ik sluit mijn ogen om te kunnen luisteren naar de stilte. Geen ruis of afleidingen. Gewoon hij en ik en één moment waarin ik voor eeuwig wil blijven vastzitten. “Ik houd van je,” zegt hij, terwijl hij me strakker tegen zich aan trekt.
“Ik ook van jou,” fluister ik. Gewoon hij en ik en één moment waarin ik voor eeuwig wil blijven vastzitten.

Wil je dat anderen dit ook lezen? Deel!

Zeen is a next generation WordPress theme. It’s powerful, beautifully designed and comes with everything you need to engage your visitors and increase conversions.

More Stories
Foto auto rijles
Rijinstructeur Katrin Matthys: “Mensen zijn niet meer gemotiveerd om hun rijbewijs te halen”