Mijn stage bij VRT NWS in Antwerpen was een avontuur vol leermomenten en bijzondere ervaringen. Van een zenuwachtige start tot trotse publicaties en een unieke rondleiding in een leeg Bobbejaanland. Dit verhaal deelt de hoogte- en dieptepunten van mijn onvergetelijke stageperiode.
Mijn eerste dag
Maandag 5 februari stond ik op om naar mijn stage te gaan. Ik had stress, maar wel het soort stress dat je naar iets laat uitkijken, het soort stress waar je ’s ochtends extra vroeg voor opstaat zodat alles die dag zeker goed gaat. Ik had het weekend ervoor nog even goed genoten, aangezien ik me twee maanden moest focussen. Desondanks was ik goed uitgerust en een stevig ontbijt startte ik mijn dag.
Mijn eerste indruk was al goed, want ik was een halfuur te vroeg. Beter te vroeg dan te laat, dacht ik maar. Ik kwam binnen op een aangename redactie midden in Antwerpen. De redacteurs verwelkomden mij met open armen en ik kreeg iets te drinken aangeboden. Van de komst van een stagiair wisten ze niets en ook mijn stagebegeleider leek het een beetje vergeten te zijn. Maar dat maakte hen allemaal niets uit en ik kreeg direct een laptop en dergelijke in mijn handen geduwd zodat ik mij rustig kon installeren.
Zoals ik verwachtte, was de eerste dag een beetje zoeken en onwennig. Je hebt 300 vragen die je ook niet altijd durft te stellen en eigenlijk weet je niets van de werking van de werkplaats. Toch hebben de redacteurs mij één voor één geholpen zodat ik de nodige programma’s en websites geïnstalleerd kreeg en hebben ze mij wegwijs gemaakt op de redactie. Zo kon ik de tweede dag er direct voor gaan.
Mijn eerste publicatie
Een 19-jarige jongen die als afwasser was begonnen bij The Jane in Berchem en een paar jaar later sommelier van het jaar was voor de provincie Antwerpen. Dat was mijn eerste publicatie. Om heel eerlijk te zijn was het niet echt mijn artikel. Ik kreeg de opdracht om erover iets te schrijven en achteraf zou ik samen met één van de redacteurs erdoor gaan en aanpassen waar nodig. Uiteindelijk bleef van mijn oorspronkelijke artikel niet veel over en stond mijn naam eronder. Toch kreeg ik een klein applausje van de hele redactie.
Op mijn échte eerste publicatie was ik wel heel trots. Het was ook een verhaal dat ik echt van begin tot einde heb gevolgd en uitgespit. Op Linkeroever in Antwerpen stond een opblaasbare bioscoop van het Jeugdfilmfestival. De redactieleden waren héél enthousiast met mijn inbreng. Ik kreeg een microfoon in mijn handen geduwd en mocht direct vertrekken. Het resultaat was een artikel dat amper aangepast is door de eindredacteur en mijn interviews werden gebruikt voor het radionieuws. Ik ging die dag trots naar huis.
Een bijzondere ontmoeting
Het bijzonderste moment van mijn hele stage was niet met een persoon maar wel met een plaats.
Het was mijn laatste week stage, de week vlak voor de paasvakantie. De week nadien zou Bobbejaanland weer opengaan en mij werd gevraagd of ik het leuk zou vinden om met mijn microfoon naar daar te gaan en de baas van Bobbejaanland te interviewen. Natuurlijk zei ik ja.
Na een korte trein- en busrit kwam ik aan bij het pretpark. Als je een pretparkterrein nadert, hoor je normaal rollercoasters en mensenmassa’s. Nu was het muisstil. Ik kwam binnen en het park was gewoon verlaten. Geen rijen, geen kraampjes die open waren, niets. De grote baas nam me op sleeptouw en liet me heel het pretpark zien. Best klein eigenlijk zonder al die mensen. Aan het einde van de rondleiding en het interview vroeg hij me of ik het originele huis van Bobbejaan Schoepen wilde zien. Het huis waar het verhaal van het pretpark eigenlijk allemaal mee begonnen is. Natuurlijk zei ik ja. Op een paar dingen na was de villa onveranderd gebleven. Zelfde behangpapier en zelfde trap. Redelijk vet om in een stukje Belgische geschiedenis te staan.
Veel geleerd
In het derde jaar Journalistiek moet je altijd kiezen tussen video, audio en tekst. Ik koos voor audio. Mijn stage daarentegen had niets, maar dan ook niets met audio te maken. Het was bijna enkel artikelen schrijven voor VRT NWS. Het was de enige stage die uit de bus was gevallen dus ik moest het daar een beetje mee doen.
In het begin viel het nog wel mee, ik schreef wat er mij gevraagd werd. De VRT NWS Antwerpen redactie verzorgde ook het lokale radionieuws voor radio2 dus een deel was wél audiogericht. Toch werd het wat saai en vervelend als je voor 80% een schrijfstage doet terwijl dat niet je specialisatie is. Bij een tweede evaluatiemoment heb ik dat aangegeven bij mijn stagebegeleider en kon ik de laatste twee weken wel echt meer en meer audiogerichte opdrachten doen.
Toch heb ik op een manier ontzettend veel bijgeleerd en ben ik tevreden naar buiten gewandeld. Voordien was artikelen schrijven niet mijn sterkste kant en dat is nu helemaal anders. Ik ken de opbouw van een artikel en weet waar welk element moet zitten. Ook heb ik meer en meer de nieuwswaarde leren vinden. Vroeger zou ik alles nieuws hebben gevonden, wat niet per se slecht is, maar een spaghettiavond is geen nieuws als er niet iets nieuws is met die spaghetti. Nu zoek en vind ik meer en meer de juiste insteek voor een nieuwtje. En dat neem ik absoluut mee naar de rest van mijn carrière.
Anekdote
Mijn stage viel in februari en maart, juist wanneer het wat warmer werd en ook de lente aanbrak. Een week voor 21 maart had ik een mail rondgestuurd naar de redactie met een oproep om allemaal iets groens aan te doen, zoals de mannen van de serie ‘Het Eiland’, met een foto ter illustratie. Ik zou voor de tulpen zorgen.
De dag zelf kwam ik vol enthousiasme met mijn tulpen op de redactie en niemand, buiten twee redacteurs, had iets groens aan. Lichtelijk teleurgesteld zette ik mijn tulpen in water. Maar mijn teleurstelling werd snel omgezet in blijheid met de waardering voor de bloemen. Iedereen was dolenthousiast. Iemand die er meer dan 20 jaar werkt zei dat nog nooit iemand bloemen had meegebracht. Dus uiteindelijk toch iets positiefs.
Oeps, foutje
Op een dag kregen we een persbericht binnen van Kristien Hemmerechts die haar nieuwe boek voorstelde in de Kathedraal in Antwerpen. Ik kreeg de opdracht om er wat over op te zoeken en indien het interessant was een interview met de schrijfster te doen. Na wat telefoontjes kreeg ik de uitgeverij te pakken. De vrouw aan de andere kant van de lijn zei me dat de boekvoorstelling de dag nadien om 8 uur ’s ochtends plaatsvond. Ik vond het zelf een raar uur, maar de mevrouw van de uitgeverij bevestigde nogmaals de plaats en het tijdstip.
Beetje verward ging ik terug aan mijn bureau zitten en vertelde aan de redactieleden wanneer het was. Zelf waren ze ook verbaasd maar aangezien Kristien Hemmerechts nogal een zweverige vrouw was/is én het onderwerp van het nieuwe boek ook zweverig was, dachten ze dat het nog wel kon kloppen. Ik kreeg de opdracht om de dag nadien bij het krieken van de dag op te staan en langs de Kathedraal te gaan.
Na lang zoeken vond ik de ingang waar het te doen was. Maar, geen Kristien Hemmerechts of iemand anders te bespeuren. Na een half uur daar te staan en te proberen de uitgeverij te bellen, waar natuurlijk nog niemand zo vroeg was, kwamen er toevallig twee andere mensen binnen. Zij vertelden mij dat de boekvoorstelling niet om 8 uur ’s ochtends was maar om 8 uur ’s avonds. Ik weet niet wat de vrouw van de uitgeverij gerookt had of dat ze zich misschien al te hard in het nieuwe boek van Hemmerechts had verdiept, maar met lichte schaamte moest ik de redactie terug betreden en mijn verslag doen. Veel gelach natuurlijk, maar van zulke foutjes word je sterk.