Eerst lachten we er om, we namen het niet serieus en we hadden geen enkel vermoeden dat het zo ernstig zou worden. Nu draagt iedereen mondkapjes, vechten mensen om wc-papier en mogen grootouders hun kleinkinderen niet meer zien.
Op een paar dagen tijd is er veel gebeurd, een week geleden had ik nooit gedacht dat ik nu 5 weken thuis zou zitten. In het begin maakte ik mij geen zorgen over het virus, maar hoe meer maatregelen onze regering neemt, hoe groter de angst wordt.
Ik woon thuis met mijn ouders en mijn hond. Mijn beide broers zijn al uit huis. De ene woont samen met zijn vriendin, de andere woont samen met zijn vrouw en hun pasgeboren kindje. Mijn metekindje, Marie. Ik ga haar 5 weken niet kunnen zien. Hoewel ik dat al heel erg vind, lijden mijn ouders er meer onder. Gelukkig leven we in de 21e eeuw en bestaan er webcams. Het is natuurlijk niet hetzelfde als in het echt met elkaar praten, maar het is beter dan niets. Toen het beeld opende en ik Marie op de schoot van mijn broer zag, moest ik even lachen. Zie ons hier nu zitten. We wonen amper 10 minuten van elkaar en toch is dit de manier hoe we de komende weken moeten communiceren. Ik zie de lach van mijn ouders in het kleine beeld onderaan mijn computerscherm. Hun eerste kleinkind, zo trots dat ze waren toen we de ziekenhuiskamer binnen stapten. En nu kunnen ze haar niet zien groeien, wie weet hoelang ze nog moeten wachten om haar vast te houden. In het begin konden we er nog mee lachen, maar nu merk ik toch enige vorm van verdriet.