Bij veel studenten rijst de vraag: ‘Wat na de opleiding?’ Dat is bij studenten journalistiek niet anders. Na de opleiding kan je heel wat verschillende kanten op gaan. Schrijven voor een krant of magazine, presenteren op de radio, content creëren voor sociale media, … noem maar op. Neem nu dat je niet kan kiezen, dan stel ik online redacteur bij het Nieuwsblad, Arno Van Hout, graag aan jullie voor. Als online redacteur maakt hij video’s, spreekt hij audiofragmenten in en schrijft hij artikels.
Afstudeerjaar: 2022
Afstudeerrichting: video
Waarom koos jij voor journalistiek?
‘Voor ik startte aan de opleiding journalistiek behaalde ik het diploma van de lerarenopleiding. Ik studeerde voor leerkracht secundair onderwijs, Nederlands en geschiedenis. Toch heb ik altijd het gevoel gehad dat ik iets in de media wilde doen. Ik was altijd verbonden met nieuws, ik was altijd nieuws aan het vergaren. Ik wilde ooit presenteren. Ik wist al heel vroeg dat ik iets met journalistiek wilde doen.’
Had je bepaalde verwachtingen toen je aan de opleiding begon?
‘Wanneer ik mijn lerarenopleiding afrondde, kreeg ik de kans om een schakeljaar te doen. Ik overwoog een masteropleiding. Journalistiek is iets wat je al doende leert. Werken met camera’s, interviews afnemen… Als je studeert aan de universiteit moet je heel veel lezen, heel wat onderzoeken doen, daar zou ik de praktijk missen. Ik wilde echt heel graag die praktijkvakken volgen, zoals journalistiek die heeft. De straat op trekken en mensen interviewen. Journalistiek is proberen, vallen, en terug proberen. De opleiding voldeed aan mijn verwachtingen. Ondanks die vreemde coronajaren, waar niemand wist wat te verwachten, hebben we toch veel kansen gekregen om de echte journalistiek in praktijk uit te voeren.’
Het eerste jaar journalistiek bestaat voornamelijk uit theorie. Het tweede en het derde jaar focussen op praktijk. Vond je dat een goede balans tussen de twee?
‘Ik vond dat een goede balans. Ik vind het belangrijk dat je eerste een brede basis krijgt. Zodat je weet wat journalistiek inhoudt. Je leert hoe je tekst zal schrijven, audio en video moet maken doen tijdens de opleiding. Na die theoretische basis, krijg je in de praktijk die skills aangeleerd. Als student video leerde ik met een camera werken. Ik leerde hoe je echt goede beelden maakt. Journalistiek is geen universitaire opleiding, hier staat praktijk voorop. Dat maakte het eerste jaar niet minder belangrijk. Je hebt die theoretische basis nodig. Ik vond dat een hele gezonde manier van werken. Ik startte aan de opleiding en ik wist meteen dat ik journalist wilde worden. Mijn probleem was dat ik graag luister naar de radio, ik kijk graag naar de televisie en ik lees graag de krant. De keuze tussen audio of video was moeilijk voor mij. Je wordt echt multimediaal opgeleid. Dat vind ik de beste voorbereiding, want in het werkveld zoeken ze multimediale journalisten.
Het tweede jaar is opgedeeld in Redactie Short form en Redactie Slow journalism. Short form is een project waarbij je wekelijks je werk moet publiceren. Slow journalism is een langdurig project, waar je op het einde van het semester je werk moet publiceren. Welk project verkies jij?
‘Ondanks dat mijn beroep als online redacteur bij het Nieuwsblad meer bij short form dan bij slow journalism aanleunt, verkies ik slow journalism. Bij short form moet je op dat nieuws zitten. Je moet kijken welk nieuws er interessant is. Dit moet je dan verwerken tot een reportage die verstaanbaar en toegankelijk is voor jouw publiek. Ik merk door mijn werk bij het Nieuwsblad dat ik door Redactie Short form een goede basis had. Ik heb een liefde voor langdurige projecten, zoals een lange documentaire. De bachelorproef in het derde jaar vond ik fantastisch om te maken. Je kan je helemaal onderdompelen in één onderwerp. Bij short form had ik nooit het gevoel dat ik inhoudelijk expert was over het onderwerp. Terwijl je bij slow journalism zoveel research doet dat je je onderwerp echt beheerst.
Hoe ben jij bij het Nieuwsblad beland?
Er was een lector op de school die het vak online storytelling gaf. Hij werkte bij het Nieuwsblad. Ik had een heel fijn contact met hem. Hij zag meteen het talent in zijn studenten. Er was een nieuw project bij het Nieuwsblad voor jongeren. Ze wilde het Nieuwsblad inclusiever maken en hij zag hiervoor potentieel in mij. Ik ben vervolgens op gesprek gegaan bij het Nieuwsblad en later mocht ik beginnen als online redacteur.’
Naar eigen zeggen hebben we van Arno Van Hout zeker nog niet alles gezien. Voor de camera als presentator of misschien achter de camera om zijn draai te kunnen geven aan een lange documentaire. Hij beweert dat je groot moet dromen en hoog mag mikken.