Jonge talenten die voorgaan op de oude garde met tonnen ervaring. Dat is helaas de harde realiteit waarmee veel oudere wielrenners te maken krijgen als ze zoeken naar een nieuw contract voor volgend seizoen. Een echte revolutie lijkt in de maak, maar het is de vraag of het wel de goede kant op gaat.
Het einde van het jaar komt in zicht, en dat is voor veel renners de periode om het eindelijk wat rustiger aan te doen. Minder trainingen, de riem die wat losser mag en meer tijd om te spenderen met familie en vrienden. Maar dit jaar zijn er opmerkelijk veel renners die nog met een groot probleem zitten: nog geen bevestigd contract voor 2024.
Jelle Walays, Jens Keukeleire en Jens Debusschere moesten dit seizoen al noodgedwongen stoppen, omdat er geen contractverlenging meer mogelijk was bij hun huidige team. Ook Lawrence Naesen heeft officieel nog geen zekerheden kunnen krijgen voor het komende seizoen. En dat zijn enkel nog maar de Belgen. Op de lange lijst van renners zonder contract staan bijvoorbeeld ook De La Cruz, Cimolai en Amador.
Wat al die namen gemeen hebben, is dat ze stuk voor stuk veel ervaring hebben. Ze draaien allemaal al enkele of soms vele jaren mee. Dat zorgt er ook wel voor dat ze niet meer bij de jongste renners van het peloton behoren. Er staan nog zoveel renners op straat omdat er al veel teams hun kostbare plaatsjes hebben weggeven.
Natuurlijke evolutie niet zonder gevaar
In veel gevallen zijn de contracten uitgedeeld aan jonge talenten. Er lijkt een echte tendens te ontstaan. “De jeugd wordt steeds beter en beter en ze zijn al veel jonger op een hoog niveau”, vertelt de pas gestopte renner Jens Debusschere. “Dat heeft gevolgen voor alle oudere renners. Je kan vaak niet meer tot je 40 jaar blijven koersen. Hoe meer jonge renners een profcontract krijgen, hoe meer ervaren renners er achterblijven.”
Debusschere benadrukt de risico’s van vroeg professioneel te starten. “Dat kan ervoor zorgen dat een groot talent al veel vroeger denkt aan stoppen, omdat ze zich uitgeblust voelen. Hoewel de wielersport die kant op lijkt te gaan, moeten we de natuurlijke groei niet tegenhouden. Jonge renners leveren fantastische prestaties en maken de koers spannender om naar te kijken.”
Langzaam groeien en ervaring uitwisselen
Wat je ook vaak ziet, is dat jonge renners volledig worden opgebruikt door grote teams. Ploegleiders zetten hen al snel in om grote wedstrijden mee te rijden. Volgens Peter Bauwens, ploegleider van Tartelleto-Isorex, is dat geen goed idee. Zijn team probeert het op een andere manier aan te pakken. “Een volledig koersprogramma rijden zoals meer ervaren renners doen, is geen optie voor het jong talent. Wij laten hen een aangepast programma rijden, op maat gemaakt. Daardoor kunnen ze op hun eigen tempo groeien, zonder overhaast te werk te gaan. Je moet eerst zorgen dat ze wat steviger worden en body opbouwen”, aldus Peter Bauwens.
Natuurlijk kan een ploeg met enkel oude, ervaren renners of enkel jonge talenten niet werken. Wat een team nodig heeft, is een gezonde mix. Daar is iedereen het over eens. Toch zijn er grote verschillen te merken. Zo hechten een aantal teams veel aandacht aan de ervaring van oudere renners die moet worden overgedragen aan de jongere garde. De zogenoemde wegkapiteins moeten de jonge renners laten zien hoe de koers in elkaar zit. Maar grotere teams werken vaak al samen met een professioneel opleidingsteam. De nood aan ervaring uitwisselen is in zo’n team minder groot, waardoor ze veel sneller hun talenten laten aantreden bij de grootste koersen.
