Na corona zien we weer een stijgende lijn bij het aantal woninginbraken in Antwerpen, volgens de statistieken van de Federale Politie. Jos Delarbre ex-preventiespecialist bij de politiezone Geel-Laakdal-Meerhout bedacht preventieacties rond onder andere inbraken. We merken dat er nog te veel mensen hun huis onveilig achterlaten.
Welke raad kunt u geven om jezelf te beschermen tegen inbraak?
“Wij geven mensen altijd de volgende tips mee: neem voldoende sociale-, organisatorische-, mechanische en elektronische maatregelen, registreer en meld. Sociale maatregelen zijn bijvoorbeeld goede contacten onderhouden met je buren. Zeg hen dat je een weekendje weg bent of dat je op vakantie gaat. Zo kunnen de buren een oogje in het zeil houden. Organisatorische maatregelen zijn heel belangrijk, geef je huis altijd een bewoonde indruk. Hiervoor bestaan er tegenwoordig pientere gadgets zoals: een tv-simulator, de slimme deurbel, geluiden die honden nadoen, … . Daarnaast moet je je spullen goed verbergen en de gordijnen sluiten. Als je een handtas of een laptop op de keukentafel laat liggen, dan is dat heel aantrekkelijk voor inbrekers. Dan zet je de kat bij de melk.”
Raadt u een alarm aan?
“Ik adviseer nooit een alarm. Een alarm detecteert een inbraak, maar voorkomt die niet. Mensen staan daar te weinig bij stil. Men zegt altijd: “ik heb een alarm en camera’s, bij mij kan er niets gebeuren”, maar wanneer het alarm afgaat dan zitten de inbrekers natuurlijk al binnen. Een inbraak duurt gemiddeld 6 minuten. De aanrijtijd van de politie zit tussen de 14 en 20 minuten. Die mensen komen altijd te laat.”
Vindt u het dan geldverspilling om een alarm te kopen?
“Ja, geldverspilling is het niet, als de sociale-, organisatorische- en mechanische maatregelen goed zijn, kan men overwegen om een alarm of camera’s aan te schaffen. Maar die mechanische maatregelen: een goed veiligheidsbeslag en een goed cilinderslot spelen een heel grote rol om potentiële inbrekers te ontmoedigen.”
Wat doet de politie nadat er een inbraak plaatsvond?
“Eerst komen de vaststellers ter plaatse. Zij doen een buurtonderzoek om de betrokkenen en de mensen die in de buurt iets gezien hebben te verhoren. Daarnaast lijsten ze op wat er weg is. Ze doen een sporenonderzoek om vingerafdrukken te detecteren. Bij appartementen nemen ze vaak oorafdrukken af. Dat doen ze, omdat de inbrekers hun oor tegen de deur leggen om te luisteren of er iemand thuis is. Daarna doen ze een buurtonderzoek om te zien of er iemand in de buurt iets verdacht heeft gezien en dan wordt het onderzoek opgestart.”
Komt er nu meer controle?
“Ja, tijdens de donkere maanden heeft de politie meer aandacht voor woninginbraken. Het is vooral belangrijk om mensen in de buurt te activeren. Horen, zien en melden is enorm belangrijk. Wanneer je iets verdachts ziet in je omgeving, bel de politie. Iedereen betaalt belastingen om de politie goed te laten werken.”
Lukt het vaak om dieven te identificeren?
“Dankzij het buurtinformatienetwerk (BIN) worden er regelmatiger mensen opgepakt. Via dit netwerk kunnen mensen van dezelfde gemeente met elkaar chatten. Zo houden ze elkaar op de hoogte voor het geval dat ze iets verdachts zien. Door samenwerking worden inbrekers dus sneller gevat. Veiligheid is een gedeelde zorg, niet alleen van de politie. Het allerbelangrijkste is dat je een sociale cohesie creëert met je omgeving en dat het niet gaat zoals gewoonlijk “ikke, ikke en de rest kan stikken””
Inbrekers keren vaak terug naar hetzelfde huis, wat is de reden?
“De kans op een nieuwe inbraak is het grootst tussen de drie en zes maanden. Spullen waar mensen veel belang aan hechten zoals juwelen en laptops kopen mensen liefst zo snel mogelijk opnieuw. Hierdoor weten dieven dat die spullen in dat huis nieuw zijn en dus van een goede kwaliteit.”
