Nathalie (44): “Als rolstoelgebruiker ben ik een levende kermisattractie.”

Voor mensen met een handicap is er nauwelijks iets toegankelijk. Zelfs de openbare en toegankelijke gebouwen zijn niet rolstoelvriendelijk. Rolstoelgebruikers kampen dan ook met veel problemen waar wij niet bij stilstaan. Hoe rolstoelvriendelijk is Antwerpen vandaag op deze Internationale Dag voor mensen met een beperking.  

De teleurstelling voor Nathalie (44) start al in het Wijnegem shoppingcenter. Voor zulke mensen loopt shoppen niet altijd van een leien dakje. De gangpaden kan ze doorrijden, maar zodra ze een boetiekje binnenrijdt, wordt ze op de proef gesteld. De gangpaden maken het haar al benauwd. Haar wielen klemmen tussen de kledingrekken. “Er is nog veel werk in België.” Zucht ze. 

“Wat kan ik doen in een shoppingcenter. Ik wil winkelen maar kan dat niet.  In de Bart Smit rijden is onmogelijk. Zoveel speelgoed dat er staat uitgestald. Ik kan er niet omheen draaien. De paden zijn te smal.  In de gangen is het rolstoelvriendelijk, maar in de winkels is er blijkbaar niemand die test of ze wel breed genoeg zijn. Dat is een klassieke ergernis. Het voelt alsof ik niet belangrijk genoeg ben.” 

We passeren een aantal cafeetjes, door corona zijn ze nu gesloten. Een café of restaurantbezoek zit er voor rolstoelgebruikers niet snel in. Voor haar zijn cafés een ‘struggle’.  “Gebouwen van architecten zijn pas in orde als het getest is met een rolstoel” voegt ze er nog aan toe. 

Rolstoelonvriendelijk 

“Op café naar het toilet gaan is een kwelling. Hoe vaak dat het piepkleine kamertjes zijn, is schandalig. Dat zijn openbare gebouwen. Iedereen moet er binnen kunnen, maar wij kunnen er zelden binnen. Heel veel rolstoelgebruikers willen gewoon iets gaan drinken of eten, maar doen uit voorzorg een pamper aan. Uit angst dat we niet naar het toilet kunnen gaan. Terwijl we dat niet nodig hebben. “

De irritatie loopt op aan de bushalte. Bij de meeste haltes maakt ze een ommekeer. Ze weet al dat ze er met haar rolstoel niet op geraakt. Het vermijden van bushaltes is een gewoonte geworden. De meeste bushaltes zijn niet rolstoelvriendelijk. Het is haar al voorgevallen dat ze met haar wiel in de tramrails vastzat. 

“Zo is er op de halte van de Meir een helling gemaakt om op en af te rijden, maar daar staat een reclamebord. Niemand is er mee bezig lijkt het.”  

Ze popelt op de komst van de bus, met een winkelzakje op de schoot. Ze draait zich aarzelend om. De ogen branden in haar rug. Hier en daar staart een voorbijganger haar onopvallend aan. Ze lijkt een trekpleister te zijn, waar de mensen een muntje voor durven uit de zak te halen. Nathalie leerde leven met de vele blikken die ze regelmatig krijgt toegeworpen.  

“Als rolstoelgebruiker ben ik een levende kermisattractie. Want je valt op met een rolstoel. Mensen kijken naar je. Het is eigen aan de mens, alles wat opvalt willen ze gezien hebben. Terwijl ik gewoon als normale mens met rust wil gelaten worden, zonder al die blikken. “ 

Het moment is daar, de bus komt om de hoek van de straat loeren. En pronkt met haar grote deuren voor de halte waar Nathalie wacht. Ze lijkt enthousiast op de komst van de bus, maar diep vanbinnen vreet er angst. Haar gedachten maken een looping in haar hoofd, ze echoën. Is de deur niet te wijd? De motor van de bus pruttelt. De angst dat ze met haar wiel op het opstapje van de bus blijft steken is groot. De helse gedachten, dat het weer maar eens rond haar draait. Terwijl ze er helemaal niet om vraagt. Onze wegen kruisen, ik wacht nog op de Twaalf richting Antwerpen Centraal.  

ColofonNaam
Tekstbadges_tekstNicki Francequin
AudioThomas Hendriks
Eindredactie tekstThomas Hendriks & Pieter De Smet
Eindredactie onlineCeline De Crock

Wil je dat anderen dit ook lezen? Deel!

Zeen is a next generation WordPress theme. It’s powerful, beautifully designed and comes with everything you need to engage your visitors and increase conversions.

More Stories
Enthousiastelingen Rune en Dorien
RecAP van een beire warme derde dag: “Heel blij dat ik ondanks mij Erasmus toch bij De Warmst Week kan zijn”