AB InBev verkoopt weer meer bier en ziet daardoor haar omzetcijfers de lucht in schieten. Dankzij een mooie zomer steeg de internationale vraag naar het bier fors. Toch gaat die vlieger niet voor alle brouwers op, zegt Ken Naessens van Thuisbrouwerij De Vierkante Meter in Brasschaat.
“In tegenstelling tot de grote brouwerijen is het voor mijn bierfirma iets rustiger. Veel klanten houden zich gedeisd met het aankopen van bier. Ze kopen tegenwoordig in kleinere hoeveelheden aan om een makkelijker overzicht op hun stock te kunnen behouden. Dat maakt voor mij wel het grote verschil met de periode hiervoor.”
Hoe probeert u als kleine brouwerij een verschil te maken met bekende en grotere brouwerijen?
“Het is belangrijk om lokaal op de markt in te spelen en daar voor jezelf wat bekendheid te genereren. Een sterk verhaal achter het bier helpt daarbij. De grote brouwerijen kunnen hier natuurlijk ook gebruik van maken maar dat komt bij de mensen toch minder binnen omdat het bier van een massaproduct is.”
“Een lokaal bier streeft naar een identiteit wat zeker een pluspunt is. Omdat je op een kleinere markt zit, speelt het in je voordeel dat de regio weet wat er achter je bier schuilt. Ook de makkelijkere toegankelijkheid van een kleine brouwerij trekt meer klanten aan.”
“Een bier dat gemaakt wordt voor een bepaalde wijk in een gemeente zal enkele kilometers verderop uiteraard minder succes hebben. Niet alleen omdat het voor hen onbekend is, maar ook omdat tegenwoordig elke gemeente zijn eigen bier heeft.”
Wat maakt het zo moeilijk om toch anders te zijn dan zij?
“Tegenwoordig speelt de prijs de grootste rol. Door de energiecrisis gaan alle prijzen omhoog en ook de toeslagen op de grondstoffen en verpakkingen zijn mee gestegen. Niemand van de brouwerijen wil mee met die prijsstijgingen gaan want dan krijg je taferelen zoals bij de frituur waar je bestelling plots 20 procent duurder is. Dat schrikt klanten af en dit weerhoudt ze om het bier te kopen. Spijtig genoeg kunnen wij als kleine brouwerij niet mee met deze trend en zullen ook wij genoodzaakt zijn om een prijsverhoging in te voeren.”
Vaak zijn bekende brouwerijen de eigenaar van cafés. Hoe vindt u een partner om mee samen te werken?
“We moeten zelf ons bier bij de cafés gaan promoten. Doordat we een kleine speler zijn, doe ik alles alleen wat ’De Vierkante Meter’ betreft. Ik bezoek de cafés met als doel ze kennis te laten maken met enkele bieren en hopelijk een samenwerking op gang te kunnen zetten. Verder is mond-tot-mondreclame ook een belangrijke factor.”
Hoe ziet u de toekomst van uw brouwerij?
“Ik wil graag mijn goede samenwerking met brouwerij Bryggja kunnen behouden. Zonder onze goede verstandhouding had ik al lang geen andere keuze dan om ermee op te houden. Als kleine thuisbrouwer is het onmogelijk om over een grote stock aan voorraden te beschikken. Doordat een bier veel grondstoffen vergt, is het belangrijk om over een grote hoeveelheid hiervan te beschikken. Ik produceer momenteel 6 bieren en als ik voor elk van die bieren een grote voorraad grondstoffen moet hebben, wordt het onmogelijk om als thuisbrouwerij te kunnen blijven bestaan.”
Welke invloed heeft de crisis op uw brouwerij?
“Doordat ik een thuisbrouwer ben, heb ik gelukkig niet de kosten die de grote brouwerijen wel met zich mee moeten slepen. Moest ik een voorraad aankopen die uiteindelijk niet volledig benut wordt, is dat mijn enige kost. Voor de rest hoef ik geen vaste kosten, afschrijvingen en dergelijke te betalen. Ik moet wat minder de baan op voor leveringen, maar dat is dan ook de enige invloed van de energiecrisis die ik merk.”
Hoe kan je als beginnende brouwer nog doorbreken in de bierwereld?
“Ik moet toegeven dat het moeilijk is om nog door te breken met een nieuw bier. Wat tegenwoordig wel werkt, zijn etiketbieren. Een brouwerij brouwt dan een bier voor jou en je hoeft er alleen nog een etiket naar keuze op te plakken. Veel verenigingen of acties winnen zo aan populariteit. Als dit bier uiteindelijk naam krijgt of voldoende populariteit heeft, kan je overschakelen op een eigen recept en een eigen merk.”
