Amsterdam groeit snel, maar het elektriciteitsnet kan die groei niet meer volgen. Steeds meer bedrijven en bouwprojecten krijgen geen aansluiting meer omdat het net overbelast is. Nout Loots, programmamanager van het gemeentelijke project EVA (Elektriciteitsvoorziening Amsterdam), ziet het probleem van dichtbij. “Netuitbreiding alleen is niet genoeg,” zegt hij. Zonder slimme manieren om stroom beter te verdelen, dreigt Amsterdam stil te vallen – en andere steden, zoals Antwerpen, lopen hetzelfde risico.
De afgelopen jaren is de vraag naar elektriciteit in Amsterdam sterk toegenomen, en het bestaande net kan die stijging niet meer aan. Grootverbruikers zoals kantoren, supermarkten en datacenters komen nu op wachtlijsten terecht die makkelijk tien jaar kunnen duren. Netbeheerders TenneT en Liander waarschuwen zelfs voor ernstige stroomstoringen vanaf 2026, vooral op de Zuidas, het kloppende hart van het Amsterdamse bedrijfsleven.

“Voor steden is het belangrijk om voorbereid te zijn”
Om die dreiging aan te pakken, werkt de gemeente Amsterdam samen met de netbeheerders in het programma EVA. “Met EVA willen we de netuitbreidingen versnellen en tegelijk zo duurzaam mogelijk maken,” legt Loots uit. In de praktijk betekent dat vooral: tientallen nieuwe elektriciteitsstations bouwen en bestaande netwerken moderniseren. Dat klinkt eenvoudig, maar is het allerminst. “We zeggen heel stoer dat we binnen tien jaar alle grote uitbreidingen afhebben,” geeft Loots toe. “Maar dat wordt een serieuze uitdaging.”
De problemen treffen niet alleen grote bedrijven. Ook gewone Amsterdammers voelen de gevolgen, vooral op de woningmarkt. “In Amsterdam bouwen we veel gestapeld,” zegt Loods, “met woningen en bedrijfsruimtes in hetzelfde gebouw.” De woningen kunnen vaak nog wel aangesloten worden op het net, maar voor de bedrijfsruimtes ontbreekt de capaciteit. Door deze wachtlijsten worden deze gebouwen tijdelijk niet benut door bedrijven. Vastgoedontwikkelaars zien dan hun inkomsten dalen, omdat ze die commerciële ruimtes niet kunnen verkopen of verhuren. Daardoor worden hele bouwprojecten uitgesteld, terwijl de vraag naar betaalbare woningen in Amsterdam al jaren torenhoog is.
Kortom, het volle stroomnet zorgt voor een kettingreactie van problemen. En Amsterdam staat hierin zeker niet alleen in. Loots ziet duidelijke parallellen met Antwerpen, waar de combinatie van een snelgroeiende bevolking en een grote haven- en industriezone dezelfde druk op het net zou kunnen veroorzaken. “Tenzij Antwerpen een hypermodern stroomnet heeft, zie ik niet in waarom daar geen overbelasting zou optreden,” zegt hij. “Voor steden is het daarom belangrijk om voorbereid te zijn, ook al liggen de problemen vaak formeel tussen de netbeheerders en hun klanten. Als er iets misgaat, wordt de gemeente altijd aangekeken.”
Toch kan iedereen zijn steentje bijdragen, zegt Loods. “Net als op de weg heb je in het energienetwerk spitsuren. We kunnen veel bereiken door ons verbruik beter te spreiden.” Kleine gedragsveranderingen, zoals een was draaien midden op de dag in plaats van ‘s avonds, maken al verschil. “Het zijn zulke simpele dingen die tijdelijk verlichting kunnen bieden, terwijl we werken aan een blijvende oplossing.”




